12.2 Elektrisch aansluitschema
Onderdelen
Collector sensor
605
Pomp
613
DT3 (hoofdprint)
616
DT30 (opentherm print, optioneel)
617
Onderste boilersensor
618
Bovenste boilersensor
619
Voeding 230V / 50 Hz
623
Aansluitingen op de DT3 print
op DT3
Functie
L-N-PE
Voeding (net)
1-2-PE
Pomp voeding
3 - 4
Kabel naar
Econpact
5 - 6
Kabel naar
Econpact
7 - 8
Collectorsensor
9
Onderste
boilersensor
10
Bovenste
boilersensor
11
Aansluiting voor
DT30
Toestelconnector Econpact
27C, 35C
125C, 127C, 135C
7 - 8
5 - 6
9 -10
3 - 4
Figuur 12.3 Electrische aansluiting van de DT3 besturingselektronica.
Met jumper JP1 kan het pomptoerental ingesteld worden.
Stand "AUTO"
De fabrieksinstelling van de jumper is de stand "AUTO".
Bij deze instelling zal de DT3 zelf een zo optimaal
mogelijk laagstand-pomptoerental zoeken.
Opmerking
230V / 50 Hz
230 V / 50Hz
Op Econpact toestel connector
7 - 8 bij Econpact 27C en 35C
5 - 6 bij Econpact 125C, 127C en 135C
Op Econpact toestel connector
9 -10 bij Econpact 27C en 35C
3 - 4 bij Econpact 125C, 127C en 135C
Ohm
10 k
NTC
Ohm
10 k
NTC
Ohm
10 k
NTC
Opentherm regeling
(optioneel)
DT3
Met Jumper (Jp1) kan het pomp toerental ingesteld worden
Stand H
:
3 - 4
Stand H/L
:
5 - 6
Stand AUTO
:
Figuur 12.2
Electrische onderdelen Aquasol 3 ZT
Continue hoog pomptoerental;
Vast hoog en laag pomptoerental; toepassen bij collectief collector systeem
DT3 regeling stelt zelf het optimale laagstand-toerental in
(fabrieksinstelling).
Stand "H/L"
De regeling werkt met een vast minimum en maximum
toerental. Toepassen bij collectief collector systeem.
Stand "H"
De pomp werkt altijd op het maximale toerental.
25