3.5.3
Aansluitleiding ter plaatse aansluiten
LET OP
Voordat de toevoerleiding(en) ter plaatse worden aangesloten
dient de bouwput tot deze hoogte aangevuld te worden,
Hfst. 3.4.4 „Eisen aanaarding / installatie / statica".
Voorwaarden:
n
Nominale buismaat Ø110 of 160 mm
n
Vorstvrij uitvoeren.
n
De leidingdoorsnede mag in de stromingsrichting niet
worden verkleind.
Voer leidingaansluitingen flexibel uit.
n
Aansluitleidingen aansluiten onder helling van minimaal 1,5 - 2%.
n
n
Tegenhelling, sifon of zakvorming niet toegestaan.
n
Gebruik materiaal dat bestand is tegen afvalwater
(bijv. KML, PP, PE, PVC).
Schuin het spie-uiteinde van de toevoerleiding af en vet
Î
het in met zuurvrij installatievet.
Centreer het buisuiteinde en schuif het in de mof
Î
afdichting (tot aan de aanslag). De montage aanslag
van de mof afdichting verhindert het doordrukken van
de aansluitleiding.
3.5.4
Persleiding ter plaatse aansluiten
LET OP
Voordat de persleiding ter plaatse wordt aangesloten dient
de bouwput tot deze hoogte gevuld,
„Eisen aanaarding / installatie / statica" en de beschermkap
van de aansluitspie verwijderd te worden.
Op basis van normatieve eisen:
n
De persleiding moet ontworpen zijn voor minimaal 1,5 keer
de pompdruk.
n
Leg de persleiding gelijkmatig stijgend en vorstvrij.
n
De stroomsnelheid in de persleiding mag niet lager zijn dan 0,7
m/s en niet hoger zijn dan 2,3 m/s.
n
Sluit nooit andere leidingen aan op de persleiding.
n
Beluchters in de persleiding zijn niet toegestaan.
n
Sluit de persleiding spanningsvrij aan.
Knelkoppelingen Ø 63, 75 of 90 zijn als
optie verkrijgbaar bij ACO.
Hfst. 3.4.4
Pompput Muli-Max
39