Zorg ervoor dat de beschikbare elektrische verbinding in overeenstemming is met
•
de geldende voorschriften. Gebruik bij de aansluiting op het lichtnet kabels van
voldoende doorsnede.
Tussen het apparaat en de electrische installatie moet een meerpolige schakelaar
•
worden geplaatst overeenkomend met het vermogen van het apparaat.
De schakelaar, waarvan de contacten tenminste 3 mm van elkaar af moeten liggen,
moet makkelijk bereikbaar zijn.
Het aansluiten op het lichtnet moet gedaan worden volgens de geldende
•
internationale, nationale en lokale regelgeving
Potentiaalvereffeningsaansluiting
Het aansluiten van de installatie voor de potentiaalvereffening tussen verschillende
•
apparaten dient te worden gerealiseerd met behulp van de klem met het symbool
De klem bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat.
De klem maakt het mogelijk om de kabel voor de potentiaalvereffening aan te sluiten.
•
(geel-groen van kleur) met een doorsnede van 4 tot 10 mm
Het apparaat moet zijn aangesloten op het potentiaalvereffeningscircuit, waarvan de
•
effectiviteit moet worden gecontroleerd volgens de specificaties van de bestaande
regelgeving.
5.2 Bediening
Voorbereiden van het apparaat
Voordat het apparaat kan worden gebruikt dient deze zorgvuldig te worden gereinigd.
•
De aanwijzingen onder punt 6 „Reinigen en conservatie" opvolgen.
Na het beëindigen van het reinigen opnieuw de vetopvangbladen in het apparaat
•
plaatsen.
VOORZICHTIG!
Gebruik het apparaat nooit zonder de op de juiste wijze gemonteerde
vetopvangbladen!
Inbedrijfstelling van het apparaat
Het apparaat aansluiten op het lichtnet.
•
Het gehele bakoppervlak is verdeeld in drie warmtezones. De warmtezones kunnen
•
tegelijkertijd of afzonderlijk worden gebruikt. De volgende beschrijving betreft iedere
warmtezone.
De gewenste warmtezone aanzetten door de AAN/UIT schakelaar in de positie „I" te
•
plaatsen. Het groene controlelampje van de werkmodus brandt.
2
.
.
- 109 -