Printer onderhouden
Supplies vervangen
Tonercartridge vervangen
Wanneer 88 cartridge bijna leeg wordt weergegeven of wanneer de afdrukken vaag zijn, verwijdert u de
tonercartridge. Schud de cartridge een aantal malen flink heen en weer, van voor naar achter en van links naar rechts,
om de toner opnieuw te verdelen. Plaats de cartridge vervolgens terug en ga verder met afdrukken. Als het schudden
van de cartridge niet langer helpt om de afdrukkwaliteit te verbeteren, is het tijd om de tonercartridge te vervangen.
Opmerking: Door de pagina met menu-instellingen af te drukken kunt u controleren hoeveel toner er nog ongeveer
in de cartridge zit.
Vervang de tonercartridge als volgt:
1
Open de voorklep door op de knop aan de linkerkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken.
2
Druk op de knop aan de onderzijde van de fotoconductorkit. Trek de tonercartridge omhoog en naar buiten aan de
handgreep.
3
Pak de nieuwe tonercartridge uit.
Let op—Kans op beschadiging: Stel de fotoconductorkit tijdens de vervanging niet gedurende langere tijd bloot
aan direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
233