2. Laat de TIG-toortsschakelaar los om te stoppen met
lassen. Het apparaat verlaagt nu geleidelijk de
lasstroom
(neergaande
uitkraterstroom bereikt is en de lasspanning wordt
uitgeschakeld.
Nadat de lasboog verdwenen is, blijft de gasklep
open zodat het beschermgas nog naar de hete
elektrode en het werkstuk stroomt.
Zoals hierboven te zien, is het mogelijk de TIG-
toortsschakelaar voor de tweede keer in te drukken en
ingedrukt te houden, tijdens de neergaande flank, om die
te beëindigen en de stroom op de uitkraterwaarde te
houden. Als de toortsschakelaar wordt losgelaten, dan
wordt de lasspanning uitgeschakeld en de nastroomtijd
begint. Deze sequence, 2T zonder herstartmogelijkheid, is
de standaardinstelling vanuit de fabriek.
2T-werking toortsschakelaar met herstart
2T met herstart wordt zo ingeschakeld:
Uitgang
Druk zo nodig meerdere malen
op de knop totdat het juiste lampje brandt.
Open Menu GTAW in en schakel de optie 2RST in.
Als 2T met herstartoptie is gekozen in het set-upmenu,
dan verloopt het lassen als volgt:
1. Druk de toortsschakelaar in en houd die ingedrukt, om
de sequence te starten zoals hierboven beschreven.
Nederlands
flank),
totdat
de
Weergave
2. Laat de TIG-toortsschakelaar los om de neergaande
flank te laten beginnen. Druk binnen deze tijd de
schakelaar weer in en houd die ingedrukt. Het lassen
start opnieuw. De stroom neemt weer geleidelijk toe
totdat de ingestelde lasstroom wordt bereikt. Dit kan
zo vaak als nodig worden herhaald. Als het lassen is
voltooid, laat u de TIG-toortsschakelaar los. Als de
kraterstroom is bereikt, schakelt het apparaat de
uitgangsspanning uit.
4T-werking toortsschakelaar
4T wordt zo ingeschakeld:
Uitgang
Druk zo nodig meerdere malen
op de knop totdat het juiste lampje brandt.
Bij het TIG-lassen in 4T wordt de volgende lassequentie
doorlopen.
1. Houd de toortsschakelaar ingedrukt. Hiermee start de
reeks. Het apparaat opent de gasklep zodat het
beschermgas gaat stromen. Na de voorstroomtijd, die
dient om de lucht uit de slang naar de toorts te voeren,
wordt de lasspanning van het apparaat ingeschakeld.
Op dat moment wordt de lasboog gestart op basis van
het gekozen lasproces. Bij LIFT-starten wordt de boog
is gestart, is de stroom bij aanraken 25 A totdat de
kortsluiting wordt weggenomen.
Als de boog is gestart, is de uitgaande stroom gelijk
aan de startstroom. Dit kan zo lang als nodig worden
gehandhaafd.
Als de startstroom niet nodig is, houdt u de TIG-
toortsschakelaar niet vast zoals beschreven aan het
begin van deze stap. In dat geval gaat het apparaat
bij het starten van de boog meteen van stap 1 naar
stap 2.
2. Als de TIG-toortsschakelaar wordt losgelaten, start de
opgaande flank. De stroom wordt geleidelijk verhoogd
(opgaande flank) totdat de ingestelde lasstroom wordt
bereikt. Als de toortsschakelaar tijdens de opgaande
flank wordt ingedrukt, dan wordt de uitgangsspanning
meteen uitgeschakeld en verdwijnt de lasboog.
3. Druk de toortsschakelaar in en houd die ingedrukt als
het grootste deel van de las gereed is. Het apparaat
verlaagt nu geleidelijk de lasstroom of neergaande
flank, totdat de kraterstroom is bereikt.
16
Weergave
Nederlands