Koelen
U moet de bedrijfsstand KOELEN kiezen als u:
de temperatuur in de kamer wilt verlagen;
de ventilatorsnelheid tijdens het koelen wilt instellen.
1
Druk zonodig op de
Het 5 Way lampje op de binnen-unit licht op.
De airconditioner start in de bedrijfsstand waarin hij stond toen hij de
laatste keer werd uitgeschakeld.
De binnen-unit geeft een piepsignaal.
BELANGRIJK
De airconditioner is uitgerust met een beveiligings-
mechanisme dat de unit beschermt tegen beschadiging
wanneer hij wordt gestart kort nadat hij is:
aangesloten op het lichtnet
gestopt
In dat geval wacht de airconditioner drie minuten, waarna hij
normaal opstart.
2
Als het symbool
niet verschijnt bovenin de afstandsbediening, drukt u een
of meerdere keren op de toets MODE van de afstandsbediening totdat het
symbool verschijnt.
De airconditioner piept iedere keer dat u op MODE drukt.
De airconditioner start op in de bedrijfsstand KOELEN.
N N
B B
U kunt op ieder willekeurig moment een andere
N N
B B
bedrijfsstand kiezen.
3
Om de gewenste temperatuur te veranderen, drukt u een of enkele
keren op de TEMPERATUUR toetsen tot de gewenste temperatuur
wordt getoond.
De temperatuur kan worden ingesteld tussen 18°C en 30°C.
Iedere keer dat u op een van de temperatuurtoetsen drukt:
– verandert de gewenste temperatuur 1°C
– geeft de binnen-unit een piepsignaal
De airconditioner begint te koelen als de temperatuur in de kamer
hoger is dan de ingestelde temperatuur.
4
Kies de gewenste ventilatorsnelheid door een of meerdere keren op
de FAN toets te drukken totdat de gewenste instelling wordt getoond:
Automatisch (
Laag
Middel
Hoog
Iedere keer dat u op een FAN toets drukt, geeft de binnen-unit een
piepsignaal.
5
Voor het instellen van de richting van de luchtstroom, zie pagina 15.
(Aan/Uit) toets.
)
11
NL-