Access Modular Controller 2
4.6
Aarding en afscherming
Het belangrijkste aardpunt op de controller is verbonden aan pen 2 van de
voedingsaansluitklem - zie Verbindingsdiagrammen.
Het is aan te raden om alle draden die een signaal van laag niveau dragen, af te schermen.
Met de controller creëert u een centraal aard- of afschermpunt, simpelweg door bepaalde
jumpers in te stellen. Stel deze jumpers alleen in als er op geen andere wijze aarding of
afscherming wordt verkregen.
Opmerking!
i
Het functionele aardesymbool
maakt om een elektrisch systeem op een elektromagnetisch compatibele manier te
installeren.
Opmerking!
i
Risico van storing
Controleer of er geen aardlussen worden gevormd.
Opmerking!
Over het algemeen is het volgende van toepassing:
i
Als apparaten een eigen voeding hebben, dan wordt slechts één zijde afgeschermd. Het
andere uiteinde moet worden geïsoleerd om onbedoelde aanraking te voorkomen.
Als het ene apparaat wordt gevoed door een ander moet de kabel aan beide zijden worden
afgeschermd.
4.6.1
Aarding voor host-interface
A
Afbeelding 4.5: Locatie van RS-485-hostinterface voor aardingsjumper
De interne aarde van de controller is altijd verbonden met de aarde van de RS485-host.
Jumperinstelling A1 toont de fabrieksinstellingen.
Jumper JP1 verbindt de interne aarde van de controller aan de aarde van de RS-485-
hostinterface.
Jumper JP2 beheert de signaalaarde.
Instellingen voor jumper JP1:
Als de aardgeleider en de afscherming op de host niet zijn verbonden en:
–
Bosch Security Systems B.V.
A1
Leveringsstatus
als er geen groepslijn bestaat, wordt jumper JP1 ingesteld (= A2)
geeft een functioneel onderdeel aan dat het mogelijk
A 1:
A 2:
JP1
JP2
JP1
A 3:
JP2
Installatiehandleiding
Installeren | nl
19
2023-08 | V06 |