Standaardinstelling: All enabled (Alle ingeschakeld)
Video
Optie
Ambient Light Sensor
(Omgevingslichtsensor)
LCD Brightness (LCD-
helderheid)
Beveiliging
Optie
Admin Password
(Beheerderswachtwoord)
System Password
(Systeemwachtwoord)
Internal hard drive PW
(Wachtwoord voor
interne vaste schijf)
Password Bypass
(Wachtwoord overslaan)
Password Change
(Wachtwoordwijziging)
Mediakaart
eSATA-poorten
Beschrijving
Als u deze functie inschakelt, wordt de helderheid van het beeldscherm automatisch
aangepast aan het omgevingslicht.
Deze optie (vertegenwoordigd door een schuifbalk voor Op accu en Op netstroom) stelt
de paneelhelderheid in wanneer de omgevingslichtsensor is uitgeschakeld.
Beschrijving
In dit veld kunt u het beheerderswachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen. Met het
beheerderswachtwoord kunt u bij het instellen diverse beveiligingsfuncties inschakelen,
zoals:
Wijzigingen beperken tot de instellingen in System Setup
De opstartapparaten in het opstartmenu <F12> beperken tot de apparaten die
zijn ingeschakeld in het veld Boot Sequence (Opstartvolgorde).
Staat geen wijzigingen toe aan de eigenaars- en inventarislabels.
Vervangt het systeemwachtwoord als het systeem om een wachtwoord vraagt
tijdens het opstarten.
Wijzigingen aan dit wachtwoord worden direct van kracht.
Als u het beheerderswachtwoord verwijdert, wordt het systeemwachtwoord ook
verwijderd. Het beheerderswachtwoord kan ook worden gebruikt om het wachtwoord
voor de vaste schijf te verwijderen. Daarom kunt u geen beheerderswachtwoord
instellen als het systeem- of vaste-schijfwachtwoord al is ingesteld. Het
beheerderswachtwoord moet eerst zijn ingesteld als u dit samen met een systeem-
en/of vaste-schijfwachtwoord wilt instellen.
In dit veld kunt u het systeemwachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen.
Met dit veld kunt u het wachtwoord voor de interne vaste schijf instellen, wijzigen of
verwijderen. Wijzigingen worden meteen van kracht en vereisen dat het systeem
opnieuw wordt opgestart. Het wachtwoord voor de vaste schijf is aan de vaste schijf
verbonden. De vaste schijf blijft beveiligd als deze schijf in een andere computer wordt
geplaatst.
Met deze optie kunt u de systeem- en interne vaste-schijfwachtwoordprompts omzeilen
tijdens het opnieuw opstarten van het systeem of wanneer u deze uit de standby-stand
haalt. De instellingen zijn Disabled (Uitgeschakeld), Reboot Bypass (Overslaan bij
opnieuw opstarten), Resume Bypass (Overslaan bij hervatten) en Reboot & Resume
Bypass (Overslaan bij opnieuw opstarten en hervatten).
Het systeem vraagt altijd om het wachtwoord van het ingestelde systeem en
wachtwoord voor de interne vaste schijf wanneer ingeschakeld vanaf een
uitgeschakelde status (koude start).
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Met deze optie kunt u bepalen of wijzigingen van de systeem- en vaste-
schijfwachtwoorden zijn toegestaan wanneer er een beheerderswachtwoord wordt
ingesteld. Gebruik het selectievakje om wijzigingen wel of niet toe te staan.
Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen van niet-
beheerderswachtwoorden toestaan)
Met deze optie kunt u regelen of de Trusted Platform Module (TPM) in het systeem is
ingeschakeld en zichtbaar is in het besturingssysteem. Indien deze is uitgeschakeld