Battery
Information
Geeft de status van de primaire batterij aan. Geeft ook het type netadapter aan dat op de
(Batterij-
computer is aangesloten.
informatie)
De computer probeert op te starten vanaf de apparaatvolgorde die in de lijst wordt
aangegeven:
Boot Sequence
(Opstartvolgorde)
Deze lijst geeft de volgorde aan waarin het BIOS naar apparaten zoekt om een
besturingssysteem op te starten.
U verandert de opstartvolgorde door in de lijst het apparaat te selecteren dat u wilt wijzigen en
te klikken op de pijlen omlaag/omhoog of de toetsenbordtoetsen PgUp/PgDn te gebruiken om
de opstartvolgorde van het apparaat te veranderen.
Schakel de selectievakjes uit als u apparaten uit de opstartlijst wilt verwijderen.
Date/Time
Geeft de huidige datum- en tijdinstellingen weer.
(Datum/tijd)
Systeemconfiguratie
Optie
Beschrijving
de groep System Configuration (Systeemconfiguratie) bevat opties en instellingen die betrekking
N.B.:
hebben op geïntegreerde systeemapparaten. (Afhankelijk van uw computer en de geïnstalleerde
apparaten kunnen de in dit gedeelte vermelde items wel of niet verschijnen.)
Integrated NIC
Schakelt de onboard LAN-controller in of uit.
(Geïntegreerde
Standaardinstelling: Enabled w/PXE (Ingeschakeld met PXE)
netwerkkaart)
Deze optie bepaalt het systeembeheermechanisme. De instellingen zijn Disabled
System
(Uitgeschakeld), Alert Only (Alleen waarschuwing) en ASF 2.0.
Management
(Systeembeheer)
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Deze optie bepaalt hoe de parallelle poort op het dockingstation werkt. De instellingen zijn
Parallel Port
Disabled (Uitgeschakeld), AT, PS/2 en ECP.
(Parallelle poort)
Standaardinstelling: ECP
Deze optie bepaalt hoe de seriële poort op het dockingstation werkt. Hiermee kunt u
bronconflicten tussen apparaten voorkomen door het vooraf toewijzen van het poortadres uit te
Serial Port
schakelen. De instellingen zijn Disabled (Uitgeschakeld), COM1, COM2, COM3 en COM4.
(Seriële poort)
Standaardinstelling: COM1
Deze optie configureert de bewerkingsmodus van de controller van de interne vaste SATA-schijf.
SATA Operation
De instellingen zijn Disabled (Uitgeschakeld), ATA, AHCI en RAID.
(SATA-
bediening)
Standaardinstelling: RAID
Gebruik de selectievakjes om de volgende apparaten in/uit te schakelen:
Miscellaneous
Devices (Diverse
apparaten)
Wireless USB Device (Draadloos USB-apparaat)
Diskette drive (Diskettestation)
USB Storage Device (USB-opslagapparaat)
CD/DVD/CD-RW Drive (Cd/dvd/cd-rw-station)
Internal hard drive (Interne vaste schijf)
Cardbus NIC (CardBus-netwerkadapter)
Onboard NIC (Ingebouwde netwerkadapter)
External USB Port I (Externe USB-poort I)
Microphone (Microfoon)
IEEE 1394
ExpressCard
Lezer Precision AAN
Modulecompartiment
Pc-kaart