Aansluiting van de voedingsspanning
WAARSCHUWING
Uitsluitend een gekwalificeerde elektromonteur kan de
lasmachine aansluiten op het elektriciteitsnet. Het
aansluiten moet gebeuren in overeenstemming met de ter
plaatse geldende voorschriften.
Controleer de spanning, het aantal fasen en de
frequentie van de elektrische voeding voordat u het
apparaat inschakelt. Controleer of er een goed geaarde
kabel tussen de machine en de voeding is aangesloten.
Het
lasapparaat
BESTER
aangesloten op een correct geïnstalleerd geaard
stopcontact.
De benodigde voedingsspanning is 230 V, 50/60 Hz.
Meer informatie over de voedingsspecificaties vindt u in
de technische specificaties van deze handleiding en op
het typeplaatje van het apparaat.
Controleer of de netvoeding voldoende vermogen kan
leveren voor normale werking van de machine. Maak
gebruik van trage zekeringen (of zekeringsautomaten
met een 'D'-karakteristiek) en een kabel met voldoende
doorsnede
zoals
aangegeven
specificaties van deze gebruiksaanwijzing.
WAARSCHUWING
De lasmachine kan van elektriciteit worden voorzien door
een elektrische generator die een vermogen kan leveren
dat minstens 30% hoger is dan het vermogen van de
lasmachine.
WAARSCHUWING
Wanneer het lasapparaat wordt gevoed door een
generator, schakel dan het lasapparaat eerst uit voordat
de generator wordt uitgeschakeld. Zo voorkomt u schade
aan het lasapparaat.
Uitgaande aansluitingen
Zie ook punten [8], [9] en [10] van afbeelding 2.
Plaatsing en aansluitingen voor
voedingsbron
WAARSCHUWING
Vermijd te veel stof, zuur en corroderende materialen in
de lucht.
Bescherm tegen regen en direct zonlicht bij gebruik
buiten.
Er moet 500 mm ruimte zijn voor voldoende ventilatie
voor de lasmachine.
Zorg dat er in kleine ruimtes voldoende ventilatie is.
Nederlands
210MP
moet
worden
in
de
technische
Bediening en functies
Voorpaneel
1. Display ampèrage/draadaanvoersnelheid
2. Display spanning/boogsterkte
3. Voedingslampje/Waarschuwingslampje
4. Knop draadaanvoer
5. Selectie 2T/4T
6. Selectie lasproces: MIG (FCAW-SS) / TIG / MMA
7. Regelknop inductantie
8. Uitgangsklem (positief)
9. Uitgangsklem (negatief)
10. Euro-toortsstekker
11. Regelknop spanning/boogsterkte
12. Regelknop ampèrage/draadaanvoersnelheid
Opmerking:
Het
beveiligingslampje
inschakelduur wordt overschreden. Het geeft aan dat
de binnentemperatuur boven de toegestane limiet ligt
en dat de motor moet worden gestopt zodat deze
kan afkoelen. Het lassen kan worden voortgezet als
het beveiligingslampje uit gaat.
De
voedingsbron
wanneer deze niet in gebruik is.
Lassers moeten beschermende kleding en een
lashelm dragen om letsel door thermische straling
van de boog te voorkomen.
Zorg dat anderen niet worden blootgesteld aan de
lasboog.
Het
gebruik
aanbevolen.
Las niet in de buurt van ontvlambare of explosieve
materialen.
7. Regelknop: bij MIG regelt deze knop [7] het
volgende:
MIG-
proces
11. Regeling Spanning/Draadaanvoersnelheid:
afhankelijk van het lasproces regelt deze knop het
volgende [11]:
9
Afbeelding 2
gaat
branden
moet
worden
uitgeschakeld
van
afscherming
Inductantie:
de
boogregeling
wordt met deze knop geregeld.
Als de waarde hoger is, is de
boog zachter en ontstaan er
minder spatten tijdens het lassen.
Nederlands
als
de
wordt