Terug naar inhoudsopgave
Diagnostiek
Dell™ OptiPlex™ 780 Ultra Small Form Factor—Onderhoudshandleiding
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Codes van het lampje van de aan/uit-knop
Pieptooncodes
Diagnostische lampjes
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) gebruiken
Het is raadzaam om deze procedures af te drukken voordat u begint.
OPMERKING:
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) werkt alleen op Dell-computers.
OPMERKING:
het Drivers and Utilities- medium is optioneel en wordt mogelijk niet met de computer meegeleverd.
Open de systeeminstellingen (zie
het apparaat dat u wilt testen in de systeeminstellingen wordt weergegeven en actief is.
Start Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf de harde schijf of vanaf het Drivers and Utilities -medium.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de harde schijf
1. Start de computer (opnieuw) op.
2. Druk zodra het DELL-logo wordt weergegeven, onmiddellijk op <F12>.
OPMERKING:
als er een bericht wordt weergegeven waarin wordt gemeld dat er geen partitie voor een
diagnostisch hulpprogramma is gevonden, moet u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren vanaf uw Drivers
and Utilities- medium.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u wachten tot u het bureaublad
van Microsoft® Windows® ziet. Zet vervolgens de computer uit en probeer het opnieuw.
3. Wanneer de lijst met opstartbronnen wordt weergegeven, selecteert u Boot to Utility Partition (Opstarten vanaf
partitie met hulpprogramma's) en drukt u op <Enter>.
4. Wanneer het Main Menu (Hoofdmenu) van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wordt weergegeven, selecteert u de
test die u wilt uitvoeren.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de cd/dvd Drivers
and Utilities
1. Plaats de cd/dvd Drivers and Utilities in het station.
2. Zet de computer uit en start deze opnieuw op.
Druk zodra het DELL-logo wordt weergegeven, onmiddellijk op F12.
Als u te lang wacht en het logo van Windows wordt weergegeven, moet u wachten totdat u het bureaublad van
Windows ziet. Zet vervolgens de computer uit en probeer het opnieuw.
OPMERKING:
met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde voor slechts één keer gewijzigd. De volgende
keer dat u de computer weer opstart, wordt de volgorde gebruikt die in de systeeminstellingen is opgeslagen.
3. Selecteer Onboard or USB CD-ROM Drive (Geïntegreerd of USB cd-rom-station) in de lijst met opstartapparaten
Systeeminstellingen
openen), bekijk de configuratie van uw computer en controleer of