Hoofdstuk 2
2.1 Installeren algemeen
De installatie van het toestel kan als volgt worden samenge-
vat:
1. Bepalen positie van het toestel (§2.2)
2. Met behulp van een boormal de positie van de gaten voor
de toe- en afvoerlucht bepalen; boormal monteren
3. Gaten boren voor toe- en afvoer; boormal losnemen
men met roosters plaatsen
5. Advance toestel plaatsen op wandplaat
6
Advance elektrisch aansluiten
2.2 Plaatsen toestel
De Advance (Brink artikelcode 350000) wordt middels de apart
te bestellen wandplaat (Brink artikelcode 350001 - rechtsdraai-
end toestel// Brink artikelcode 350002 - linksdraaiend toestel)
aan de wand bevestigd. Voor een trillingsvrij resultaat dient
een massieve wand met een minimale massa van 200 kg/m
te worden gebruikt. Een gibo- of metaalstut wand voldoet niet!
Extra maatregelen zoals dubbele beplating of extra stuts zijn
dan noodzakelijk. Verder dient rekening gehouden te worden
met de volgende punten:
•
Het toestel moet waterpas worden geplaatst.
•
De opstellingsruimte moet vorstvrij zijn.
•
Zorg in verband met schoonmaken resp. vervangen van
het toestel te openen.
Voor minimale afstanden zie afbeelding.
•
Het toestel altijd tegen een buitenmuur plaatsen.
Geadviseerd wordt om de wandplaat ca. 800 mm vanaf de
vloer aan de wand op te hangen; bij montage op deze positie
zit het informatiedisplay van het bedieningspaneel dan op oog-
hoogte (ca. 1600 mm).
Voor aansluiting van de roosters op de buitenmuur naar het
artikelcode 110204). Twee stuks per toestel nodig! De aanslui-
ting van Ø100 mm wordt aangesloten op de Advance.
- Wordt een rechthoekig baksteenrooster gebruikt met een
afmeting van 54 x 204 mm dan kan deze rechtstreeks op
dingsstuk worden gemonteerd.
- Worden roosters met ronde aansluiting (aansluitdiameter
rooster 100 mm) toegepast dan moet het rechthoekige deel
wat dan overblijft is een ronde aansluiting ca. Ø80. Gebruik
bele verbindingsstukken aan te sluiten.
4
-
2
-
-
6034-A
Installatievoorschriften Advance 4e druk april 2009
Installeer Advance overeenkomstig:
• Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen, ISSO 61
• Kwaliteitseisen gebalanceerde ventilatie woningen, ISSO 62
• De capaciteitsberekening conform het Bouwbesluit
• Voorschriften voor ventilatie van woningen en woongebou-
wen, NEN 1087
• De veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties,
NEN 1010
• Eventuele aanvullende voorschriften van de plaatselijke
energiebedrijven
• De installatievoorschriften van de Advance
40
(Minimaal 20)
Installeren
75
(Minimaal 20)
6030-A