In het geval van een lek, de aansluiting controleren, aandraaien en opnieuw een
•
dichtheidscontrole uitvoeren zoals hierboven is beschreven.
Voor gebruik, het apparaat en zijn uitrusting reinigen. De aanwijzingen in punt 6
•
„Reiniging en onderhoud" in acht nemen.
5.4.2 Aanwijzingen voor de gebruiker
De grillpan (1061933) voor gebruik langzaam opwarmen, in geen geval op vol
•
vermogen, zodat het materiaal niet vervormt. Nooit de grillpan zonder vet verwarmen!
Tijdens het gebruik van de grillpan (1061933) is het verboden de vetopvangschaal te
•
gebruiken. Als men zich hier niet aan houdt, kan dat leiden tot storingen die kunnen
leiden tot het uitschakelen van zelfs het hele apparaat.
Voor het grillen op het grillrooster (1061633) de vetopvangschaal met een kleine
•
hoeveelheid water vullen en in de hiervoor bestemde geleider onder het frame gieten.
Nooit het apparaat gebruiken zonder vetopvangschaal.
Tijdens het gebruiken van het grillrooster is het verboden op het grillrooster of tussen
•
het grillrooster en de vlambescherming folie te leggen, omdat dat anders kan leiden tot
een cumulatie van warmte. Er bestaat brandgevaar!
5.4.3 Het ontsteken van de branders
WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar!
Tijdens het ontsteken van de vlam niet over het
apparaat buigen! De opstijgende hoge vlam kan leiden
tot verbrandingen.
De linker gasdraaiknop (7) (afb. 5) van
•
positie „0", 90° naar links draaien, door
de draaiknop in te drukken en de rode
knop van de piëzo-ontsteking (3),
hiermee de linker brander (6) aanstekend.
De draaiknop voor het gas nog 10 secon-
den ingedrukt houden zodat de brander in
de werkmodus blijft. Als de vlam dooft,
kan hij pas na 2 minuten weer opnieuw
aangestoken worden.
Vervolgens door het indrukken en naar
•
links draaien van de volgende gasdraai-
knop de tweede brander aansteken.
6
3
7
Afb. 5
- 123 -