5.10 Werken met de houtsplijter
Zet de houtsplijter aan.
Plaats het hout dat gespleten moet worden op de splijttafel en breng beide werkarmen naar binnen.
Daardoor wordt het hout gefixeerd. Om het splijtproces te beginnen moeten beide hefbomen terzelfdertijd
naar beneden gebracht worden. De splijtwig komt hierdoor in beweging.
Beide hefbomen moeten tijdens het gehele splijtproces gehouden worden.
Indien het splijtproces onderbroken wordt, moeten de hefbomen losgelaten worden. De splijtwig komt tot
zijn oorspronkelijke positie terug. Wanneer het splijtproces gedaan is moeten beide hefbomen losgelaten
worden zodat de splijtwig opnieuw naar boven kan gaan.
Het gespleten hout mag pas van de splijttafel genomen worden wanneer de wig zich terug in zijn
oorspronkelijke positie bevindt.
Voor het volgende splijtproces haalt u indien nodig de houtresten en splinters van de tafel weg.
Gelieve erop toe te zien dat het hout dat gespleten moet worden altijd recht op de splijttafel gezet wordt.
Hou ermee rekening dat vertakt hout kan openbarsten. Gebruik in geen geval hout waarvan de takken niet
weggehaald werden.
Bij het verlaten moet de machine stopgezet worden.
ACHT
5.11 Verwijderen van vastgeraakte houtstukken
Het kan gebeuren dat het hout niet volledig gespleten werd en de splijtwig hout mee naar boven brengt bij
het stijgen.
Laat de splijtwig dan in zijn oorspronkelijke positie terugkeren en zet de houtsplijter af.
Nu moet het hout naar beneden gedaan worden. Hiertoe kan een hamer gebruikt worden.
12