Werking installatie
Een lucht/water-warmtepompinstallatie maakt gebruik van de buitenlucht
om een woning te verwarmen. De omzetting van de energie van de
buitenlucht in verwarming van de woning vindt plaats in drie verschillende
systemen. Uit de buitenlucht, (1) , wordt gratis energie onttrokken en
naar de warmtepomp getransporteerd. De warmtepomp verhoogt de
lage temperatuur van de onttrokken warmte naar een hogere temperatuur
in het koudemiddelencircuit, (2) . De warmte wordt door de woning
verdeeld in het verwarmingssysteem, (3) .
Buitenlucht
A
De buitenlucht wordt in de warmtepomp gezogen.
B
De ventilator leidt de lucht naar de verdamper van de warmtepomp. Hier
draagt de lucht zijn warmte-energie af aan het koudemiddel, waarbij de
luchttemperatuur daalt. De koude lucht wordt vervolgens door de warmte-
pomp uitgeblazen.
Koelsysteem
C
Er circuleert een gas (koudemiddel) in een gesloten systeem in de warmte-
pomp dat ook door de verdamper stroomt. Het koudemiddel heeft een zeer
laag kookpunt. In de verdamper neemt het koudemiddel de warmte-energie
van de buitenlucht over en begint te koken.
D
Het gas dat bij het koken ontstaat, wordt naar een elektrisch aangedreven
compressor geleid. Als het gas wordt samengeperst, stijgt de druk verder
en neemt de temperatuur van het gas flink toe, van 0 °C tot circa 80 °C.
E
Het gas wordt vanuit de compressor naar een warmtewisselaar (condensor)
geleid, waar warmte-energie wordt afgegeven aan de binnenmodule. Hierna
koelt het gas af en condenseert het weer tot een vloeistof.
F
Aangezien de druk nog steeds hoog is, kan het koudemiddel door een expan-
sieventiel stromen. Daar zakt de druk en keert het koudemiddel terug naar
de oorspronkelijk temperatuur. Het koudemiddel heeft nu een volledige cyclus
afgelegd. Hierna wordt het koudemiddel opnieuw naar de verdamper geleid
en wordt het proces herhaald.
Verwarmingssysteem
G
De warmte-energie van het koudemiddel in de condensor wordt door het
water van de binnenmodule, het afgiftesysteem, ontrokken en vervolgens
verwarmd tot 55 °C (aanvoertemperatuur).
H
Het afgiftesysteem circuleert in een gesloten systeem en transporteert de
warmte-energie van het verwarmde water naar de radiatoren/verwarmings-
spiralen.
De temperaturen zijn slechts voorbeelden en kunnen per installatie en per jaargetijde ver-
schillen.
NIBE VVM 320
Hoofdstuk 2 | De verwarmingsinstallatie: het hart van de woning
11