Figuur 16
1. Bevestigingsbeugel
2. Flensborgmoer (⅜")
3. Bout (⅜" x 1½")
2.
Lijn de sleuf in de bevestigingsbeugel uit met de
opening in de klepbevestiging
3.
Bevestig de houder losjes op de klepbevestiging
(Figuur
16); gebruik hiervoor een bout
(⅜" x 1½"), 2 ringen (⅜") en een flensborgmoer
(⅜") die u verwijderd hebt in
verwijderen (bladz.
4.
Herhaal stap
1
tot en met
houder aan de andere uitsparing in de spoeltank
(Figuur
16).
5.
Draai de bouten en de flensmoeren voorzichtig
aan met de hand.
Belangrijk:
De spoeltank moet stevig
vastzitten maar de houder mag de tank niet
vervormen of verwringen
Opmerking:
Wanneer u de spoeltank voor
het eerst hebt gevuld, dient u de houders en de
spoeltank te controleren op speling (het gewicht
van het water in de tank kan ervoor zorgen dat
de tank dichter tegen het frame aan gaat zitten).
Draai de bout(en) en flensborgmoer(en) indien
nodig vaster tot de houders tegen de spoeltank
aan zitten – vervorm de spoeltank niet.
De aanzuigslang van de spoeltank
plaatsen
1.
Steek de 90° slangpilaar van de aanzuigslang
zo ver mogelijk op de behuizing van het
aanzuigfilter
(Figuur
4. Ring (⅜")
5. Klepbevestiging
(Figuur
16).
De spoeltank
5).
3
voor de andere
17).
1. Bevestigingsvork
2. 90° slangpilaar
(toevoerslang)
g244762
2.
Bevestig de slangpilaar van 90° aan de
behuizing van het aanzuigfilter; gebruik hierbij
de bevestigingsvork
De toevoerslang monteren
1.
Lijn de 90° slangpilaar van de toevoerslang uit
met de behuizing van het aanzuigfilter
18).
1. 90° slangpilaar
(toevoerslang)
2. Behuizing (aanzuigfilter)
2.
Bevestig de slangpilaar van 90° aan de
behuizing
bevestigingsvork die u verwijderd hebt in stap
van
De spoeltank verwijderen (bladz.
10
Figuur 17
3. Behuizing (aanzuigfilter)
(Figuur
17).
Figuur 18
3. Bevestigingsvork
(Figuur
18); gebruik hierbij de
g244761
(Figuur
g206490
1
5).