Adresnummer:
(001 - 250)
*****053*
Details:
Naam contactpers.1/ 7
Sally
[ Bewerken ]
Naam contactpers.:A b
Sally*
S
ABC
[
Tekst
Details:
b Faxnummer:
0667640000
[ Bewerken ]
Faxnr. invoeren: A b
0667640000*
S
[ Details ]
13
Gebruik de cijfertoetsen om een adresnummer tussen
D b
001 en 250 in te voeren.
OPMERKING:
identificatienummer voor elke bestemming. U kunt elk
beschikbaar nummer kiezen uit 250 nummers: 200 voor
personen en 50 voor groepen.
14
Druk op de toets OK.
Druk op de toets of om [Naam contactpers.] te
15
C b
selecteren.
16
Druk op [Bewerken] (de rechterkeuzetoets).
17
Gebruik de cijfertoetsen om de naam van de
bestemming in te voeren die in het Adresboek moet
staan. Er kunnen maximaal 32 karakters ingevoerd
worden.
]
OPMERKING:
karakters, raadpleeg Invoermethode voor karakters in
Appendix-2.
18
Druk op de toets OK.
Druk op de toets of om [Faxnummer] te selecteren.
19
C b
3/ 7
20
Druk op [Bewerken] (de rechterkeuzetoets).
21
Gebruik de cijfertoetsen om het faxnummer van de
bestemming in te voeren. Er kunnen maximaal 32 cijfers
ingevoerd worden.
OPMERKING:
karakters, raadpleeg Invoermethode voor karakters in
Appendix-2.
Bestemming herhalen/Pauze
Door deze toets in te drukken wordt een wachttijd van
ongeveer 3 seconden ingelast tijdens het kiezen van het
nummer. Als u bijvoorbeeld het ontvangstsysteem opbelt
3-14
Faxbediening (basis)
Een adresnummer is een
Voor informatie over het invoeren van
Voor informatie over het invoeren van