Inhoud
Inleiding....................................................................... 2
Veiligheid ..................................................................... 3
Montage ...................................................................... 9
Specificaties........................................................ 13
Onderhoud ................................................................ 18
Smering.............................................................. 18
onderhoud ..................................................... 19
verwijderen .................................................... 20
koppelen ........................................................ 20
corrigeren....................................................... 24
Veiligheid
Deze machine voldoet minstens aan CEN-standaard
EN 836:1997.
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker
of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het
risico van letsel te vermijden, dient u zich aan de
volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd
op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent
VOORZICHTIG, WAARSCHUWING of GEVAAR -
'instructie voor persoonlijke veiligheid'. Niet-naleving
van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk
letsel.
Veilige bediening
De volgende instructies zijn ontleend aan de
CEN-norm EN 836:1997.
Instructie
• Lees of raadpleeg de gebruikershandleiding en ander
instructiemateriaal zorgvuldig. Zorg ervoor dat u
vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de
veiligheidssymbolen en weet hoe u de machine moet
gebruiken. Als de bestuurder of de monteur de taal
waarin de handleiding is geschreven, niet machtig is,
moet de eigenaar ervoor zorgen dat deze de inhoud
van het materiaal begrijpt.
• Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
• Alle bestuurders en monteurs moeten instructies
hebben ontvangen. De eigenaar is verantwoordelijk
voor de instructie van de gebruikers
• Laat kinderen of personen die geen instructie
hebben ontvangen, de machine nooit gebruiken
of onderhoudswerkzaamheden daaraan verrichten.
Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen
aan de leeftijd van degene die met de machine werkt.
• De eigenaar/gebruiker kan ongelukken voorkomen
en is verantwoordelijk voor ongelukken, letsel van
hemzelf/haarzelf of van anderen en schade aan
eigendommen.
Vóór ingebruikname
• Inspecteer het terrein om vast te stellen welke
accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en
veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant
goedgekeurde accessoires en werktuigen.
• Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals een
helm, een veiligheidsbril en gehoorbescherming.
3