Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie
de linker- en rechterzijde van de machine.
Gewichtsverplaatsing instellen
Om de beste prestaties te verkrijgen, moet het maaidek zo
weinig mogelijk stuiteren op een ongelijke grasmat en licht
rijden op vlak terrein. Als de grasmat wordt gescalpeerd of
het maairesultaat ongelijkmatig is, drukt er misschien te
veel gewicht op het maaidek en moet het gewicht worden
verplaatst naar de tractie-eenheid.
Daartegenover staat dat het maaidek overmatig zal stuiteren
en het maairesultaat onregelmatig zal zijn al er te veel
gewicht wordt verplaatst naar de tractie-eenheid. Als het
maaidek niet naar behoren presteert, moet u de
gewichtsverplaatsing als volgt instellen:
Uitsluitend Groundsmaster 200-serie
• Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking, hef het maaidek
volledig op, draai het contactsleuteltje op UIT en
verwijder dit uit het contact.
• Verwijder de R-pen uit de gaffelpen waarmee het
uiteinde van de veer is bevestigd aan de veerkap, en
verwijder de gaffelpen. Houd het bovenste gat in het
uiteinde van de veer voor het nieuwe gat dat u hebt
gekozen in de veerkap, plaats de gaffelpen en zet
deze vast met de R-pen.
• Ga verder met maaien. Als de gewichtsverplaatsing
verder moet worden ingesteld, herhaalt u deze
procedure.
Uitsluitend Groundsmaster 3280–D en 3320
• Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de
tractie-eenheid voor de instelling van het
tegengewicht om de beste prestaties te verkrijgen.
Grasgeleider gebruiken
Gevaar
Als de grasgeleider niet is gemonteerd, kunnen u of
anderen in aanraking met het maaimes of
uitgeworpen voorwerpen komen. Contact met een
draaiende maaimes en uitgeworpen voorwerpen
kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Als de grasgeleider is
beschadigd, moet u deze onmiddellijk
vervangen.
• Steek nooit handen of voeten onder het
maaidek.
• Gebruik de maaimachine nooit als de
grasgeleider is verwijderd van het maaidek of in
een opgeheven stand is vastgezet of klem zit.
Opmerking: De grasgeleider wordt met een veer omlaag in
zijn normale bedrijfsstand gehouden (Fig. 15), maar de
gebruiker kan de grasgeleider tijdelijk wegklappen zodat
deze gemakkelijker op een aanhanger kan worden geladen
of als dit anderszins noodzakelijk mocht zijn.
16