1. Verwijder de peilstok, veeg deze schoon en steek de
peilstol in de vulbuis, maar schroef de peilstok
niet vast (Figuur 9).
2. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil
(Figuur 9).
Als er geen olie op de peilstok te zien is, giet dan
langzaam olie in de vulbuis en controleer het peil
periodiek met behulp van de peilstok zoals wordt
getoond in Figuur 9 totdat u op de peilstok kunt
aflezen dat het carter is gevuld. Niet te vol vullen.
(Maximale vulhoeveelheid: 0,55 l, type: SAE 30
reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie , SH, SJ,
SL van het American Petroleum Institute [API] of
hoger.)
Opmerking: Als u te veel olie in de motor hebt
gedaan, moet u dit er uit gieten zoals wordt uitgelegd
onder Motorolie verversen.
3. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
Figuur 9
De maaihoogte instellen
WAARSCHUWING
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in
aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan
ernstig letsel veroorzaken.
• Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
• Plaats uw vingers niet onder de behuizing als u
de maaihoogte instelt.
VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper
heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken.
Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper.
Zet de maaihoogte op de gewenste stand.
Opmerking: Om de maaimachine hoger te zetten,
moet u de maaihoogtehendel naar voren bewegen; om
de machine lager te zetten, moet u de maaihoogtehendel
naar achteren bewegen (Figuur 10).
1. Maaihoogtehendel
Opmerking: De maaihoogteinstellingen zijn: A
(25 mm), B (38 mm), C (51 mm,) D (64 mm), E
(83 mm), F (95 mm) en G (108 mm).
Hoogte van handgreep
instellen
U kunt de handgreep hoger of lager zetten in een stand
die u comfortabel vindt.
Draai aan de handgreepvergrendeling, verplaats de
handgreep naar één van de drie standen en vergrendel
de handgreep (Figuur 11).
8
Figuur 10