Opmerking: Als het carter leeg is, moet u dit voor
ongeveer driekwart met olie vullen; volg daarna de
procedure die in dit hoofdstuk wordt beschreven.
3. Controleer het oliepeil. Breng de peilstok in de
olievulnek tot hij niet meer verder kan, trek de
peilstok terug en vergelijk het oliepeil met de
afbeelding Figuur 6.
• Als de peilstok eruitziet zoals links op de
afbeelding, voert u de volgende stappen uit.
• Als hij eruitziet als de middelste tekening, bent
u klaar.
• Als hij eruitziet als de rechtse tekening, is
er te veel olie in het carter en dient u een
bepaalde hoeveelheid af te tappen. Raadpleeg
Motorolie verversen (bladz. 13).
Opmerking: Bij het controleren van het oliepeil
steekt u de peilstok in de olievulnek tot hij niet meer
verder kan. De dop niet met de wijzers van de klok
mee draaien om hem vast te zetten.
4. Giet langzaam kleine hoeveelheden olie in de
vulbuis en controleer het peil periodiek met
behulp van de peilstok zoals wordt getoond in
Figuur 6 totdat u op de peilstok kunt aflezen dat
het carter is gevuld. Niet te vol vullen.(Maximale
vulhoeveelheid: 0,55 l), type: SAE 30 reinigingsolie
met onderhoudsclassificatie SH, SJ, SL van het
American Petroleum Institute [API] of hoger.
Figuur 6
Opmerking: Als u te veel olie in de motor hebt
gedaan, moet u dit er uit gieten zoals wordt uitgelegd
onder Motorolie verversen.
5. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats. De dop
met de wijzers van de klok mee draaien tot hij niet
meer verder kan en handmatig aandraaien.
Belangrijk: Ververs de motorolie na de eerste 5
bedrijfsuren ; daarna moet dit elk jaar gebeuren.
Zie De motorolie verversen.
6