• Vast gemonteerde besturingen moeten zichtbaar aangebracht worden.
• Nominaal moment en inschakelduur moeten op de eisen van het aangedreven product afgestemd zijn.
Technische gegevens – Nominaal moment en gebruiksduur vindt u op het typeplaatje van de buismo-
tor.
• Gevaarlijk bewegende onderdelen van buismotoren moeten hoger dan 2,5 m van de grond of een an-
der niveau dat zorgt voor toegang tot de buismotor, gemonteerd worden.
• Voor een veilig gebruik van de installatie na de inbedrijfstelling moeten de eindposities correct zijn inge-
steld/geprogrammeerd.
• Buismotoren met motorkabel van het type H05VV-F zijn enkel voor binnengebruik toegelaten.
• Buismotoren met de motorkabel H05RR-F, S05RN-F of 05RN-F zijn voor buiten- en binnengebruik toe-
gelaten.
• De verbinding van de buismotor met het aan te drijven element mag enkel met componenten gemaakt
worden die u in de actuele productcatalogus voor mechanische toebehoren van de fabrikant van de
motor vindt. Deze moeten volgens informatie van de fabrikant worden gemonteerd.
• Als de buismotor wordt gebruikt voor rolluikpantsers/zonweringen in een bereik met speciale aandui-
ding (bijv. vluchtwegen, gevarenzones, veiligheidszones), dan moeten de telkens geldende voorschrif-
ten en normen worden nageleefd.
Voorzichtig
Veiligheidsaanwijzingen voor het vermijden van ernstig letsel.
• Bij de werking van elektrische of elektronische installaties en apparaten staan bepaalde
bouwelementen, bijv. voedingseenheid, onder gevaarlijke elektrische spanning. Bij niet
gekwalificeerd ingrijpen of veronachtzaming van de waarschuwingen kunnen lichamelijk
letsel of materiële schade ontstaan.
• Voorzichtig bij aanraking van de buismotor, omdat deze door de toegepaste technologie
tijdens gebruik warm wordt.
• Stel alle voeding en besturingen die voor de werking niet dringend noodzakelijk zijn, voor
de installatie buiten werking.
• Beknellings- en klemplaatsen moeten vermeden of beveiligd worden.
• Bij de installatie van de buismotor moet voor alle polen een scheidingsmogelijkheid van
het net worden aangebracht met een contactopening van ten minste 3 mm per pool
(EN 60335).
• Bij eventuele beschadigingen van de motorkabel mag deze enkel vervangen worden door
de fabrikant.
• Bij poorten moet vooral de norm EN 12453 in acht worden genomen.
Opgelet
Veiligheidsaanwijzingen voor het vermijden van materiële schade.
• Zorg voor een voldoende afstand tussen bewegende delen en aangrenzende voorwer-
pen.
• Gebruik nooit de motorkabel voor het verplaatsen van de buismotor.
• Alle verbindingen die vastgeklikt kunnen worden, en bevestigingsschroeven van de la-
gers moet worden gecontroleerd of ze goed vast zitten.
• Zorg ervoor dat niets tegen de buismotor schuurt zoals bijv. ophangingen van rolluik-
pantser/zonwering, schroeven.
5