Pagina 1
L70-17...L100-11 Model: C23 PLUS Montage- en gebruiksaanwijzing Zonnezeilaandrijvingen met geïntegreerde draadloze ontvanger en verlengde looptijd Belangrijke informatie voor: • de monteur / • de elektricien / • de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker dient deze originele gebruiksaanwijzing te bewaren.
Algemeen Deze buismotoren zijn hoogwaardige kwaliteitsproducten met de volgende eigenschappen: • Geoptimaliseerd voor zonnezeilen • Draadloze afzonderlijke-, groeps- en centrale besturing • Geen gedoe met bedrading naar de schakelaar of een relaisbesturing • Buismotor en zender kunnen vrij worden gecombineerd •...
Veiligheidsaanwijzingen De volgende veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen dienen voor het afwenden van gevaren en voor het voorkomen van licha- melijke letsels en materiële schade. Aanwijzingen voor de gebruiker Algemene aanwijzingen • De buismotor moet tijdens de reiniging, het onderhoud en de vervanging van onderdelen van de stroomvoorziening worden losgekoppeld.
Pagina 5
• Buismotoren met de motorkabel H05RR-F, S05RN-F of 05RN-F zijn voor buiten- en binnengebruik toe- gelaten. • De verbinding van de buismotor met het aan te drijven element mag enkel met componenten gemaakt worden die u in de actuele productcatalogus voor mechanische toebehoren van de fabrikant van de motor vindt.
Doelmatig gebruik Het buismotortype in deze gebruiksaanwijzing is uitsluitend bestemd voor zonnezeilen. Gebruik in gekoppelde installaties is alleen mogelijk wanneer alle deelinstallaties exact synchroon lopen en op hetzelfde moment de eindposities bereiken. Gebruik voor rolluik-toepassingen alleen de daarvoor bepaalde buismotortypes. Dit buismotortype is ontworpen voor gebruik in afzonderlijke installaties (één buismotor per wikkelbuis).
Montage Montage van de buismotor Opgelet De verbinding van de buismotor met het aan te drijven element mag enkel met componen- ten gemaakt worden die u in de actuele productcatalogus voor mechanische toebehoren van de fabrikant van de motor vindt. De monteur moet zich vóór de montage verzekeren van de nodige stabiliteit van het metselwerk resp.
Montage en demontage van de meenemer met schroefverbinding Montage van de buismotor in de buis Bij profielbuizen: Toleranties van de sleufbreedten in de verschillende wikkelbuizen kunnen bij sommige meenemers worden gecorrigeerd door de meenemer in een andere sleufopening te draaien. Deze sleufopeningen hebben verschillende afmetingen en bieden zo de mogelijkheid voor een passende montage van de buismotor.
Alle CentronicPlus-ontvangers kunnen met Centronic-zenders, die overeenkomstig de tabel Centronic/CentronicPlus-compatibili- teit onder www.becker-antriebe.com/downloads staan vermeld, worden gebruikt.. Op grond van de koppeling van twee in principe verschillende draadloze technologieën, is bij de- ze combinatie echter niet de volledige functionaliteit van het draadloze CentronicPlus-systeem beschikbaar. Bij de inzet van een Centronic-zender met een CentronicPlus-ontvanger kan eventueel sprake zijn van een verminderde reikwijdte.
Pagina 10
Door op een bewegingstoets te drukken, loopt het systeem naar de ingestelde eindpositie. Vertragingstijd Reactie Gedrag bij wind 15 min. Automatisch 60 min. Ontvanger loopt bij regen in 15 min. Automatisch Ontvanger reageert niet op regen Automatisch Automatisch Ontvanger loopt bij regen uit 15 min.
Ingebruikname met een CentronicPLUS-zender Verklaring van de symbolen Inloop-toets STOP-toets Uitloop-toets Programmeertoets (op de zender) Functietoets (bij zender) Led-ringen op zender Ontvanger bevestigt één keer of meerdere keren door "klikken" of "knikken" 1 = draairichtingschakelaar 2 = zwarte schakelaar (antennesymbool) Opgelet De buismotoren zijn ontworpen voor een korte looptijd.
Programmeermodus tot stand brengen Deze stap is alleen vereist als een van de te programmeren apparaten nog geen onderdeel van de installatie is. Bijvoorbeeld bij fabrieksnieuwe producten, apparaten uit een andere installatie of bij producten die naar de fabrieksinstelling zijn teruggezet. Buismotor in de programmeermodus zetten door de spanning in te schakelen Schakel de spanning in.
Door drukken van de STOP-toets wijzigt u de toewijzingsstatus van de geselecteerde ontvanger. Als de ontvanger nog geen deel uitmaakt van de installatie, wordt deze toegevoegd en aan het geselecteerde kanaal toegewezen. ▻ De ontvanger bevestigt de kanaaltoewijzing door eenmalig een signaal af te geven en het opheffen van de kanaaltoewijzing door een tweevoudig signaal.
Toewijzingsstatus Gele kleur: De ontvanger is nog geen onderdeel van de installatie of bevindt zich in de uitleve- ringstoestand. Blauwe kleur: De ontvanger is niet aan het geselecteerde kanaal toegewezen. Groene kleur: De ontvanger is aan het geselecteerde kanaal toegewezen. Witte kleur: Centronic PLUS-sensor gekozen.
Druk op de toets of . ▻ Het rolluikpantser/de zonwering loopt in de gewenste richting. ► De draairichting is OK. Schakel nu weer over naar de normale modus, zoals beschreven in de laatste stap. Als het rolluikpantser in de verkeerde richting loopt, moet de draairichting gewijzigd worden. Ga als volgt te werk: Druk eerst op de programmeertoets en binnen 3 seconden ook gedurende 3 secon- den op de toets en de toets ...
Wijzigen van de ingestelde eindposities 1) Loopafstand verkorten (de gewenste eindpositie bevindt zich binnen de mogelijke loopafstand) Selecteer de gewenste ontvanger conform hoofdstuk Selectie van de ontvanger voor de instelmodus [} 13]. Laat de motor naar de gewenste nieuwe eindpositie lopen. Druk nu eerst op de programmeertoets en binnen 3 seconden ook op de -toets voor de uitloop- of de -toets voor de inloop-eindpositie en houd de beide toetsen ingedrukt.
Eindposities wissen Opgelet Bij het wissen van afzonderlijke eindposities en bij het wissen van beide eindposities wor- den alle ingestelde functies (tussenpositie I, tussenpositie II) ook gewist. Eindposities afzonderlijk wissen Selecteer de gewenste ontvanger conform hoofdstuk Selectie van de ontvanger voor de instelmodus [} 13]. Laat de motor naar de eindpositie lopen die moet worden gewist.
Tussenposities I + II De tussenposities I + II zijn vrij te kiezen posities van de zonwering, tussen de twee eindpo- sities. Aan elke bewegingstoets kan telkens een tussenpositie worden toegewezen. Voor het instellen van een tussenpositie moeten beide eindposities ingesteld zijn. Instellen/wijzigen van de gewenste tussenpositie Laat de zonwering naar de gewenste tussenpositie lopen.
Radiogeheugen van buismotor naar fabrieksinstelling terugzetten Er zijn meerdere mogelijkheden: • Met een geprogrammeerde CentronicPlus-zender • Met de universele instelset (art.nr. 4935 000 001 0) De ingestelde eindposities alsook alle ingestelde functies (tussenpositie I, tussenposi- tie II, doekontlasting, doekspanning, aanslaggedrag, hindernisherkenning) blijven behou- den.
Pagina 20
Met de universele instelset (art.nr. 4935 000 001 0) Verbind de aansluitdraden van de buismotor met dezelfde kleur bedrading van de in- stelset. Sluit de instelset op het stroomnet aan. Druk nu op de toets "buismotor met elektronische eindschakelaar en draadloze be- sturing".
Ingebruikname met een Centronic-zender Verklaring van de symbolen Inloop-toets STOP-toets Uitloop-toets Programmeertoets (op de zender) Ontvanger bevestigt één keer of meerdere keren door "klikken" of "knikken" 1 = draairichtingschakelaar 2 = zwarte schakelaar (antennesymbool) Opgelet De buismotoren zijn ontworpen voor een korte looptijd. Een ingebouwde thermische veilig- heidsschakelaar voorkomt oververhitting van de buismotor.
Buismotor in de programmeermodus zetten met de zwarte schakelaar (anten- nesymbool) Schuif de zwarte schakelaar (antennesymbool) in de binnenste positie. Als de zwarte schakelaar (antennesymbool) zich al in deze positie bevindt, schuif de schakelaar naar buiten en weer naar de binnenste positie terug. ►...
Veranderen van draairichting via de masterzender Druk op de - of -toets. ▻ Het rolluikpantser/de zonwering loopt in de gewenste richting. ► De draairichting is OK. Als het rolluikpantser in de verkeerde richting loopt, moet de draairichting gewijzigd worden. Ga als volgt te werk: Druk eerst op de programmeertoets en binnen 3 seconden ook gedurende 3 secon- den op de - en de -toets.
2) Loopafstand vergroten (de gewenste eindpositie bevindt zich buiten de mogelijke loopafstand) Opgelet Bij het wissen van afzonderlijke eindposities en bij het wissen van beide eindposities wor- den alle ingestelde functies (tussenpositie I, tussenpositie II) ook gewist. Laat de motor naar de eindpositie lopen in de richting waarvan u de loopafstand wilt vergroten.
Tussenposities I + II De tussenposities I + II zijn vrij te kiezen posities van de zonwering, tussen de twee eindpo- sities. Aan elke bewegingstoets kan telkens een tussenpositie worden toegewezen. Voor het instellen van een tussenpositie moeten beide eindposities ingesteld zijn. Instellen/wijzigen van de gewenste tussenpositie Laat de zonwering naar de gewenste tussenpositie lopen.
Zenders wissen Het wissen van de sensor is zonder masterzender mogelijk. Zet de ontvanger hiervoor in de programmeermodus of in de instelmo- dus. Sla de eerste stap 'Druk gedurende 3 seconden op de programmeertoets van de masterzender' over. Zenders afzonderlijk wissen De geprogrammeerde masterzender kan niet worden gewist.
Master overschrijven Er zijn 2 mogelijkheden om de masterzender te overschrijven: • Buismotor in de programmeermodus zetten door de spanning in te schakelen • Buismotor in de programmeermodus zetten met de zwarte schakelaar (antennesymbool) Buismotor in de programmeermodus zetten door de spanning in te schakelen Om ervoor te zorgen dat de nieuwe masterzender alleen in de gewenste buismotor wordt geprogrammeerd, moeten alle andere buismotoren die op dezelfde spanningsvoorziening zijn aangesloten, uit de programmeermodus worden gehaald.
Extra functies met CentronicPLUS / Centronic Extra functie doekspanning activeren/deactiveren Bij levering is de doekspanningsfunctie gedeactiveerd. Doekspanningsfunctie activeren met een CentronicPLUS-zender De doekspanningsfunctie wordt in de uitloop-eindpositie en bij een geprogrammeerde tus- senpositie uitgevoerd. Selecteer de gewenste ontvanger conform hoofdstuk Selectie van de ontvanger voor de instelmodus [} 13].
Doekspanningsfunctie activeren met een Centronic-zender (masterzender) De doekspanningsfunctie wordt in de uitloop-eindpositie en bij een geprogrammeerde tus- senpositie uitgevoerd. Voor activeren laat u de motor naar de uitloop-eindpositie lopen. Laat de motor nu naar het punt lopen waar het doek de gewenste doekspanning heeft.
Lokale bediening met een enkelvoudige schakelaar Gebruik uitsluitend enkelvoudige puls schakelaars (maakcontacten). Sluit per schakelaar slechts één buismotor aan. De kabellengte tussen buismotor en schakelaar mag niet lan- ger zijn dan 20 m. De puls schakelaar mag in de eerste 5 seconden na het inschakelen van de netspanning niet worden bediend.
Technische gegevens Ø58 Buismotor L70-17 L80-11 L100-11 Model C23 PLUS Type C PSF1 X3 Nominaal moment [Nm] Aandrijftoerental [min Eindschakelaarbereik 64 omwentelingen Aansluitspanning 230 V AC / 50 Hz Aansluitvermogen [W] Nominale stroomopname [A] 1,90 1,10 1,40 Gebruiksmodus S2 4 min. S2 8 min.
Wat doen, wanneer...? Probleem Verhelpen Buismotor loopt niet. Nieuwe zender programmeren. Zender binnen het bereik van de buismotor brengen. Bewegings- of stoptoets op de zender in directe nabijheid van de buismotor ten minste 5x bedienen. Batterij(en) correct in zender plaatsen resp. nieuwe batterij(en) gebruiken.