HANTEREN VAN PANELEN
Om schade te voorkomen moeten alle REC-zonnepanelen altijd met zorg worden gehanteerd en tegen beschadiging worden beschermd. Alle
waarschuwingen en instructies op de verpakking moeten worden nageleefd. Volg deze richtlijnen bij het uitpakken, transporteren, dragen,
installeren of opslaan van panelen:
•
Registreer vóór de installatie de serienummers en noteer ze in de systeemdocumentatie.
•
Draag de panelen met beide handen en houd ze niet vast aan de aansluitdoos of de kabels.
•
Zorg dat de panelen niet doorzakken of -buigen onder hun eigen gewicht wanneer u ze draagt.
•
Onderwerp de panelen niet aan belastingen of spanningen, bijvoorbeeld door erop te leunen of er gewicht op te plaatsen.
•
Ga niet op de panelen staan of loop er niet op.
•
Let op dat u de panelen niet laat vallen, want dit kan onzichtbare schade veroorzaken.
•
Houd alle elektrische contacten schoon en droog.
•
Oefen geen kracht uit op de achterplaat.
•
Gebruik geen scherpe of puntige voorwerpen als u panelen moet markeren.
•
Breng geen verf, lijm of reinigingsmiddelen aan op de voor- of achterkant van het paneel.
•
Gebruik geen zonnepaneel dat beschadigd is of waarmee geknoeid is.
•
Probeer de panelen of etiketten op geen enkele manier te demonteren, te wijzigen of aan te passen. Dit maakt de garantie ongeldig.
i
OPMERKING
Gebruik bij het hanteren van het paneel schone en beschermende handschoenen om te voorkomen dat vingerafdrukken of vuil op het zeer
gevoelige en antireflecterende glasoppervlak terechtkomen. Zo zorgt u voor een betere lichttransmissie en wordt verontreiniging voorkomen.
De palletverpakking is niet waterdicht of weerbestendig. Voorafgaand aan de installatie en om schade of aantasting van de verpakking of
paneelcomponenten te voorkomen, moeten palletten en panelen worden opgeslagen in een gecontroleerde omgeving, bij voorkeur binnen, waar ze
beschermd zijn tegen de elementen, zoals regen, stof en direct zonlicht. Indien nachtelijke opslag in een ongecontroleerde omgeving onvermijdelijk
is, moeten de panelen en de palletverpakking worden beschermd tegen directe blootstelling aan de elementen en tegen contact met de grond,
inclusief aarde, modder, enz.
KIEZEN VAN EEN INSTALLATIEPLAATS
REC-zonnepanelen zijn ontworpen om gedurende tientallen jaren een duurzaam en stabiel vermogen op te leveren in installaties tot 2000 m boven
de zeespiegel. De omgevingsbedrijfstemperaturen moeten tussen -40 °C en +85 °C liggen.
De panelen zijn niet geschikt voor installatie op potentieel gevaarlijke plaatsen en mogen evenmin worden geïnstalleerd op de volgende plaatsen:
•
Nabij bronnen met ontvlambare gassen of dampen, zoals gascontainers of lakstraten.
•
Nabij open vuur.
•
Waar de panelen direct worden blootgesteld aan zout water/nevel.
•
Onder water of in waterornamenten.
•
Waar blootstelling aan zwavel mogelijk is, bijvoorbeeld nabij zwavelbronnen of vulkanen,
•
Waar blootstelling aan kunstmatig geconcentreerd zonlicht mogelijk is.
•
Waar blootstelling aan schadelijke chemicaliën mogelijk is.
i
OPMERKING
Meer informatie over installaties op waterplatformen, bv. drijvende pontons, vindt u in Bijlage 1 achteraan in deze handleiding.
REC Installation Manual - REC Solar Panels - IEC 61215 /61730
Rev N - 04.22
Ref: PM-IM-20
5