Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bijlage 1: Installaties Op Waterplatformen; Onderhoud - REC TwinPeak 4 Series Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

BIJLAGE 1: INSTALLATIES OP WATERPLATFORMEN

De REC-zonnepanelen in deze handleiding kunnen worden geïnstalleerd op montagesystemen voor waterplatformen (in de certificeringstests voor
zonnepanelen wordt dit soort systemen niet getest). Bij de installatie van REC-zonnepanelen op vaste (bv. verankerde) waterplatformen, zoals
drijvende pontons, moeten onderstaande specifieke instructies voor dergelijke toepassingen worden gevolgd. Niet-naleving van deze instructies
maakt de garantie ongeldig.
i
OPMERKING
Voor alle installaties op waterplatformen moet vooraf het advies van REC worden ingewonnen in geval van instructies of beperkingen die specifiek
verband houden met de installatieplaats.
INSTALLATIEOMGEVING
i)
Installatieplaats
REC-zonnepanelen mogen alleen worden geïnstalleerd op gesloten zoetwaterlichamen waarvan het zoutgehalte van het water niet hoger is dan
25 mS/cm bij 25 °C (15 PSU). Dit sluit in het bijzonder montage in zee- en oceaantoepassingen uit.
De maximaal toegestane golfhoogte is 1 m vanaf de top tot het dal van de golf.
ii)
Drijvende platformen
Bij gebruik van een drijvend platform moeten altijd de installatie-, onderhouds-, inspectie- en reinigingsinstructies van de fabrikant worden gevolgd.
iii) Minimale installatiehoogte
De minimale installatiehoogte van REC-zonnepanelen op drijvende platformen is 15 cm en wordt gedefinieerd als de hoogte tussen het
wateroppervlak en de onderste rand/het onderste deel van het paneel tijdens normaal bedrijf. Dit zorgt ervoor dat het paneel is beschermd
tegen direct spatwater.
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
i)
Systeeminstallatie
Alle kabels die voor de installatie worden gebruikt, moeten lang genoeg zijn en voldoende speling hebben om schade door veranderingen van
het waterpeil en de golfbewegingen te voorkomen.
i
OPMERKING
Een negatieve aarding is vereist voor REC-zonnepanelen die op een drijvend platform worden geïnstalleerd.
ii)
Montage van de panelen
Bij de installatie van REC-zonnepanelen moeten de hiervoor vermelde standaardmontage-instructies worden gevolgd.
De aansluitkast moet zo ver mogelijk van het wateroppervlak weg worden gericht volgens het systeemontwerp, en de aansluitkast, kabels en
connectoren moeten tegen direct spatwater worden beschermd.
In de installatie moet voldoende ruimte zijn tussen de afzonderlijke panelen om elk contact door de natuurlijke beweging en buiging van de
drijvende constructie te voorkomen.
iii) Bescherming van de panelen
In gebieden met druk luchtverkeer mogen vogelafweersystemen worden geïnstalleerd, zolang deze geen ongunstig effect hebben op de
systeemprestaties, bijvoorbeeld schaduw, op de lokale omgeving enz.
Bij gebruik van bliksembeveiligingssystemen op de drijvende installatie moeten alle geldende lokale voorschriften worden nageleefd.

ONDERHOUD

Controleer de installatie regelmatig om na te gaan of alle panelen stevig zijn bevestigd.
i
OPMERKING
Bij installaties in gebieden met druk luchtverkeer moet het systeem mogelijk vaker worden gereinigd om schaduw op de panelen als gevolg van
vogeluitwerpselen te voorkomen.
VEILIGHEID
Koppel het systeem onmiddellijk af als de installatie of het drijvend platform van de normale bedrijfsomstandigheden afwijkt.
Bij onderdompeling van het drijvend platform moet de gelijkstroomaansluiting op de omvormer onmiddellijk worden losgekoppeld. Probeer
geen panelen in veiligheid te brengen terwijl er zonlicht op valt.
REC Installation Manual - REC Solar Panels - IEC 61215 /61730
Rev N - 04.22
Ref: PM-IM-20
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave