Inhoudsopgave
Advertenties
ACO Multicontrol Duo
4.2 Toevoegen van inschakel momenten op het instelmenu
Sturing (1)
1 vlotter voor pompen uit
„
1 vlotter voor pomp 1 aan
„
1 vlotter voor pomp 2 aan
„
1 vlotter voor alarm
„
Piekbelasting verwijderen
Om de pompen in wisselbedrijf (om en om ) in te laten
schakelen moet het inschakelniveau voor de Piekbelasting
op "0" worden ingesteld. In het display verschijnt de
melding: " Piekbelasting is uitgeschakeld"
Looptijd overschrijding
Wanneer de maximale looptijd van een pomp is
gedefinieerd, dan zal na het verstrijken van deze looptijd
de andere pomp zonder onderbreking in werking treden.
Dit vindt alleen plaats wanneer beide pompen op
"automatisch" zijn ingesteld. Na drie maal wisselen van de
pompen t.g.v. het overschrijden van de looptijd van de
individuele pompen (zonder te zijn uitgeschakeld), treedt
het alarm in werking en verschijnt de melding "Looptijd
alarm" in het display.
Vertraging (start)
De ingestelde vertraging wordt alleen na een stroomuitval
toegepast (Alleen relevant bij meerdere installaties in een
systeem) Bij alle volgende starts zullen de pompen weer
direct via het bereiken van de niveaus ingeschakeld worden
Nalooptijd
8
De nalooptijd stelt de pomp in staat om langer dan het
ingestelde niveau weg te pompen, b.v. bij pers
rioolsystemen en om waterslag te voorkomen.
Th.Fout 1, Th.Fout 2
Voor pompen waarvan de temperatuurbewaking slechts uit
één bimetaalcontact per pomp bestaat, kan de thermische
storing 1 dienovereenkomstig in het menu worden
gedeactiveerd. Thermische storing 2 kan niet via het
menu uitgeschakeld worden.
Vermogen begrenzing
alarm
alarm
(maximale stroom-1, maximale stroom-2 )
aan 2
in2
Deze kan gewoon als het nominale vermogen van de betreffende
aan 1
in1
pomp worden ingesteld (P2) De software in de schakelkast
hanteert een zekere procentuele afwijking van de ingestelde
uit
waarde, en gebruikt daarvoor gangbare waarden (30%).
Deze treedt pas in werking bij een I² / t om te voorkomen dat
uit
al bij het inschakelen van de pomp de ingestelde waarde reeds
wordt overschreden. Bij pompen welke af fabriek reeds zijn
voorzien van een thermische beveiliging dient deze instelling
te worden uitgeschakeld.
Thermische storing 1 thermische storing 2
(wanneer beide van toepassing zijn)
Bij pompen welke zijn uitgerust met en thermische over
belasting beveiliging waarbij de pomp thermisch uit geschakeld
(d.m.v. een bi-metaal) is het nodig om de thermische storing 1
uit te schakelen. Het is niet mogelijk om thermische storing 2 via
het menu weg te nemen.
Het opslaan van foutmeldingen
De laatste foutmelding welke is opgetreden wordt automatisch
opgeslagen, ook als de stroom uitvalt. Dit is te vinden onder
Menu "laatste storing" Wanneer deze storing via het menu is
opgeroepen, kan deze ook uit het menu verwijderd worden.
Draairichting fout
De draairichting beveiliging controleert zowel de fase wisseling
als ook het ontbreken van een fase. Bij een fase fout wordt de
pomp geblokkeerd en volgt een alarmmelding, welke ook op het
display verschijnt als " draairichting fout".
ATEX Beveiliging
Voor pompen die in een in Ex–omgeving worden toegepast,
moet de ATEX-instelling in het menu worden geactiveerd.
De ATEX-beveiliging verhindert een activering van de pomp
door =handmatige instelling of via een afstandsbediening,
zolang het uitschakelniveau nog niet bereikt is. Wanneer de
pomp via nalooptijd of "handmatig" ingeschakeld wordt is het
wel mogelijk om beneden het inschakelpunt weg te pompen.
De Handmatige inschakeling wordt na 2 minuten automatisch
afgebroken. Wanneer de ATEX-beveiliging het inschakelen van de
pomp verhinderd verschijnt in het display : "ATEX niveau onder
uitschakelniveau".
De draairichting beveiliging kan via het menu AAN of UIT
geschakeld worden. Ook bij een pomp met 1 fase (230V)
dient de draairichting beveiliging te worden uit-
geschakeld.
Advertenties
Inhoudsopgave
