6. resultaten beoordelen
Hartritmestoornissen:
Dit apparaat kan tijdens het meten eventuele storingen van het hartritme identificeren. Indien dit voorkomt, wordt
dit na de meting met het symbool
aandoening waarbij het hartritme abnormaal is vanwege storingen in het bio-elektrische systeem dat de hartslag
stuurt. De symptomen (overslaand hart of voortijdige hartslagen, langzame of te snelle pols) kunnen o.a. van
hartaandoeningen, ouderdom, lichamelijke aanleg, overmatig gebruik van genotmiddelen, stress of slaapgebrek
komen. Aritmie kan uitsluitend worden vastgesteld via medisch onderzoek. Herhaal de meting, indien het
symbool
na de meting op de display wordt weergegeven. Let op, u moet eerst 5 minuten rusten en tijdens
de meting niet spreken of bewegen. Indien het symbool
Zelfdiagnose en behandeling op basis van de meetgegevens kan gevaarlijk zijn. Volg de aanwijzingen van uw
arts op.
Tabel voor het classificeren van bloeddrukwaarden (maateenheid mmHg) voor volwassenen:
Weer-
Bereik
gave
Normaal
Niveau 1: licht verhoogde
bloeddruk
Niveau 2: hoge bloeddruk
Niveau 3: zeer hoge
bloeddruk
7. Meetwaarden opslaan, laden en verwijderen
Meetwaarden opslaan
De resultaten van iedere succesvolle meting worden samen met de datum en de tijd automatisch opgeslagen.
•
Bij meer dan 60 meetgegevens worden telkens de oudste meetgegevens overschreven.
Meetwaarden laden
Druk als het apparaat is uitgeschakeld op de toets
•
opgeslagen waarden weergegeven. Dit wordt aangeduid met de weergave
Door nogmaals op de geheugentoets
•
weergegeven – de laatst gemeten waarde als eerste. De afzonderlijke waarden zijn voorzien van de
geheugenplaatsnummers 1 tot 60. Na ca. 4 seconden wordt de datum en na nog eens ca. 4 seconden wordt
de tijd van het betreffende meetresultaat weergegeven.
Als u op de toets
seT
drukt de oudste.
Schakel het apparaat uit met de sTarT/sTOP-toets. Wanneer u dit niet doet, wordt het apparaat na ca. 1
•
minuut automatisch uitgeschakeld.
weergegeven. Dit kan een indicator voor een aritmie zijn. Aritmie is een
systolisch
< 140
140 - 159
160 - 179
> = 180
MeM te drukken, worden de afzonderlijke meetresultaten
MeM drukt, worden de nieuwste meetresultaten weergegeven en als u op de toets
vaak wordt weergegeven, raadpleeg dan uw arts.
diastolisch
Maatregel
< 90
zelfcontrole
90 - 99
regelmatige controle door een arts
100 - 109
raadpleeg een arts
> = 110
raadpleeg een arts
MeM. Eerst wordt de gemiddelde waarde van alle
10
.