Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Trox Technik FKRS-EU Series Montage- En Gebruikershandleiding pagina 27

Inhoudsopgave

Advertenties

Montage met mortel
Openingen en bedienelementen van brandkleppen
indien nodig beschermen tegen vervuiling, bijv. met
folie.
Brandklep gecentreerd in de sparing schuiven en
vastzetten. De afstand van bedieningszijde tot
wand/vloer is 215 mm.
Bij wanddikten > 115 mm de brandklep met een
verlengdeel of een spiralokanaal aan de inbouwzijde
verlengen.
Bij natte montage moet de ruimte tussen de brand-
klep en de wand of het plafond geheel opge-
vuld worden. Luchtinsluitingen moeten vermeden
worden. Het mortelbed moet tot wanddikte opgevuld
worden, de morteldikte mag niet kleiner zijn dan
100 mm .
De hechting van de mortel met de constructie moet
in het werk zeker te stellen. Indien nodig een vaste
verbinding maken, bijvoorbeeld schroeven in de
sparing bij natte inbouw in houten balken vloer.
Als de brandklep geplaatst wordt bij het opbouwen
van de massieve wand of massieve vloer is
geen omlopende spleet »s1« nodig. De holle ruimte
tussen de brandklep en de wand moet met mortel
geheel opgevuld worden, bij montage in een mas-
sieve vloer kan het aangestort worden met beton.
Versterkingen afhankelijk van statische eisen.
Bij systeemwanden de vermorteling op de wand-
dikte aansluiten. Als dagkanten voldoende brandwe-
rend zijn, is een morteldikte van 100 mm voldoende.
Mortel
DIN 1053: groepen II, IIa, III, IIIa of brandwerende
mortel groepen II, III
EN 998-2: klasse M 2,5 tot M 20 of brandwerende
mortel van de klasse M 2,5 tot M 20
Brandwerende mortel volgens BS 476: Deel 20
Mortel of brandwerende mortel, die door een ETA
goedgekeurd is
Alternatief gelijkwaardige mortel aan bovenstaande
normen, gipsmortel of beton
Omlopende spleet »s1«
De omlopende spleet »s1« is voor natte inbouw
begrensd op 225 mm (Wand en vloer). Het moet
zodanig gedimensioneerd worden, dat de montage
en het inmetselen (ook bij grotere wand-/vloerdikte)
mogelijk is. Grotere sparingen moeten vooraf, pas-
send met de wandstructuur, gedicht worden. Bij
grotere sparingen in massieve plafonds mogen de
kleppen bij het vervaardigen van de plafonddelen
mee ingestort worden. De minimale speet kan zover
verkleind worden, dat er nog voldoende plaats
voor het inmetselen aanwezig is. Wij adviseren de
metselvoeg niet kleiner dan 20 mm uit te voeren
(minimale inbouwopening aanhouden). Wapening
volgens de statische eisen uitvoeren.
Afb. 14: Omlopende spleet
1
FKRS-EU
2.1 Mortel
s1 Omlopende spleet
Het beperken van de maximale spleetbreedten is geba-
seerd op de eisen in de europese norm EN 15882-2.
Grotere mortelspleten zijn brandtechnisch niet slechter
en zijn volgens ons veilig.
Minerale wol als vulmateriaal
Als bij de desbetreffende montage beschrijving niet
anders aangegeven, is een minerale wol met een soor-
telijke massa ≥ 80 kg/m³ en een smeltpunt ≥ 1000 °C te
gebruiken.
Brandklep FKRS-EU
Inbouw
Algemene montagehandleiding
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave