Aanvoertemp.
in °C
4.0 3.5 3.0 2.5
70
60
50
40
30
15
10
5
Afb. 14.1 Diagram stooklijnen
Aanvoertemperatuur in °C
70
60
50
40
30
22
20
15
10
Gewenste
As a
18
kamertemperatuur
Afb. 14.2 Parallelle verschuiving van de stooklijn
Als de stooklijn 0.4 gekozen is en voor de gewenste
kamertemperatuur niet 20 °C, maar 21 °C opgegeven is,
dan verschuift de stooklijn, zoals op afb. 2 weergegeven.
Bij de 45° hellende as a wordt de stooklijn parallel ver-
schoven overeenkomstig de waarde van de gewenste
kamertemperatuur. Dat betekent dat bij een buitentem-
peratuur van -15 °C de regeling voor een aanvoertempe-
ratuur van 45 °C zorgt.
Tijdvenster
Voor de verwarming, de warmwaterbereiding en de
CV-pomp kunnen per dag drie tijdsvensters ingesteld
worden.
Voorbeeld:
Periode 1: Ma 09.00 - 12.00 uur
Periode 2: Ma 15.00 uur - 18.30 uur
Bij de verwarming wordt aan elk tijdsvenster een
gewenste waarde toegewezen die de CV-installatie gedu-
rende deze tijd in acht neemt.
Bij de warmwaterbereiding is voor alle tijdsvensters de
gewenste warmwaterwaarde doorslaggevend.
Bij de CV-pomp bepalen de tijdvensters de bedrijfstijden.
In de automatische modus gebeurt de regeling conform
de instelwaarden van de tijdvensters.
Installatiehandleiding calorMATIC 0020116707_00
Stooklijnen
2.0 1.8
1.5
1.2
0
-5
-10
-15
Buitentemperatuur in °C
5
0
-5
-10
-15
Buitentemperatuur in °C
Verlagingstemperatuur
De verlagingstemperatuur is de temperatuur waarop uw
CV-installatie de kamertemperatuur buiten geprogram-
1.0
meerde tijdsvensters verlaagt.
0.8
0.6
Vorstbeschermingsfunctie
0.4
De vorstbescherming beschermt de CV-installatie en de
woning tegen schade door bevriezing. De functie is ook
0.2
0.1
in de modus "Uit" actief.
De vorstbeschermingsfunctie bewaakt de buitentempe-
-20
ratuur. Als de buitentemperatuur onder 3 °C daalt, dan
wordt de verwarmingspomp gedurende ca. 10 minuten
ingeschakeld en daarna opnieuw gedurende 10 tot
60 min. (afhankelijk van de waarde van de buitentempe-
ratuur) uitgeschakeld. Als de verwarmingsaanvoertem-
peratuur lager is dan 13 °C, dan wordt de CV-ketel inge-
schakeld. De gewenste kamertemperatuur wordt op 5 °C
geregeld. Als de buitentemperatuur boven 4 °C stijgt,
dan blijft de bewaking van de buitentemperatuur actief,
de CV-pomp en de CV-ketel worden uitgeschakeld.
Als de buitentemperatuur onder -20 °C daalt, dan wordt
0.4
de CV-ketel ingeschakeld. De gewenste kamertempera-
tuur wordt op 5 °C geregeld.
Vorstbeschermingsvertragingstijd
-20
Door het instellen van een vorstbeschermingsvertra-
gingstijd (installateurniveau) kan de activering van de
vorstbeschermingsfunctie (buitentemperatuur < 3 °C)
een bepaalde tijd (1 - 12 uur) vertraagd worden.
De ingestelde vertragingstijd voor de vorstbescherming
heeft ook gevolgen voor de functie "ECO" in de modus
"Auto_Off" (zie aldaar).
De vertragingstijd voor de vorstbescherming wordt
actief wanneer de buitentemperatuur onder de 3 °C zakt.
Warmwaterbereiding
Het water in de warmwaterboiler wordt door het CV-toe-
stel tot de gekozen gewenste temperatuur verwarmd.
Als de temperatuur in de boiler met een bepaalde
waarde daalt, dan wordt het water opnieuw tot op de
gewenste temperatuur opgewarmd. Voor de opwarming
van de boilerinhoud kunt u tijdsvensters instellen.
Weersafhankelijk
De buitentemperatuur wordt door een afzonderlijke, in
de open lucht aangebrachte voeler gemeten en naar de
thermostaat geleid. Bij lage buitentemperaturen zorgt de
thermostaat zo voor een verhoogde verwarmingsvermo-
gen, bij hogere buitentemperaturen voor een geredu-
ceerd verwarmingsvermogen.
Vakwoordenlijst
14
45