8
Functiebeschrijving
8.4.3 Gewenste kamertemperatuur instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Gewenste kamer temp.
Met de functie kunt u de gewenste kamertemperatuur
afzonderlijk per CV circuit instellen.
8.4.4 Kamertemperatuur aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1 ----] ¬ Kamertemperatuur
Met de functie kunt u de actuele waarde van de in de
thermostaat ingebouwde kamertemperatuurvoeler
aflezen.
8.4.5 Nachttemperatuur ( verlagingstemperatuur)
instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Nacht temperatuur
Met de functie kunt u de gewenste nachttemperatuur
(verlagingstemperatuur) afzonderlijk per CV circuit
instellen. De nachttemperatuur is de temperatuur
waarop de verwarming in tijden van geringe warmte-
behoefte (bijv. 's nachts) verlaagd moet worden.
8.4.6 Gewenste aanvoertemperatuur aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Aanvoertemp. Gew.
Met de functie kunt u de gewenste aanvoertemperatuur
afzonderlijk per CV circuit aflezen.
8.4.7
Aanvoertemperatuur aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Aanvoertemperatuur
Met de functie kunt u de actuele temperatuur afzonder-
lijk per CV circuit aflezen.
8.4.8 Status van de CV circuitpomp aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Pomp status
Alleen bij aangesloten VR 61/2
Met de functie kunt u de actuele status (aan, uit) van de
CV circuitpomp afzonderlijk per CV circuit aflezen.
30
8.4.9 Status van de CV circuitmenger aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 2 ----] ¬ Mengmoduul status
Met de functie kunt u de actuele status (Open, Dicht,
Midden) van de CV circuitmenger van CV 2 aflezen.
8.4.10 Kamerthermostaat activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Kamerthermostaat
Met de functie kunt u vastleggen of de ingebouwde tem-
peratuurvoeler in de thermostaat of in de afstandsbedie-
ning gebruikt moet worden.
Voorwaarde: de thermostaat is niet in de CV-ketel geïn-
stalleerd, maar in wandmontage aangebracht of de
afstandsbediening VR 81/2 is aangesloten.
Geen:
De temperatuurvoeler wordt voor de regeling niet
gebruikt.
Compensatie:
De ingebouwde temperatuurvoeler meet de actuele
kamertemperatuur in de referentiekamer. Deze waarde
wordt met de gewenste kamertemperatuur vergeleken
en leidt bij een verschil tot een aanpassing van de ver-
warmingsaanvoertemperatuur door de zogenaamde
"Effectieve gewenste kamertemperatuur".
Effectieve gewenste kamertemp. = ingestelde gewenste
kamertemp. + (ingest. gew. kamertemp. - gemeten gew.
kamertemp.).
In de plaats van de ingestelde gewenste kamertempera-
tuur wordt dan de effectieve gewenste kamertempera-
tuur voor de regeling gebruikt.
Thermostaat:
Functie zoals compensatie, toch wordt bijkomend het CV
circuit uitgeschakeld als de gemeten gewenste kamer-
temperatuur + 3 °C hoger is dan de ingestelde gewenste
kamertemperatuur.
Als de kamertemperatuur opnieuw 2 °C onder de inge-
stelde gewenste kamertemperatuur daalt, dan wordt het
CV circuit opnieuw ingeschakeld.
Het gebruik van de kamerthermostaat leidt in combina-
tie met een zorgvuldige gekozen stooklijn tot een opti-
male regeling van de CV-installatie.
8.4.11 Automatische zomertijdherkenning activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Zomerstand
Met de functie kunt u vastleggen of de thermostaat door
een temperatuurberekening voor alle CV circuits samen
automatisch de modus "Zomerstand" moet activeren. De
thermostaat blijft verder in de autostand.
Installatiehandleiding calorMATIC 0020116707_00