Het aansluiten van de water-
toevoer
De automaat mag zonder terugslag-
klep op het waterleidingnet worden
aangesloten, omdat hij gebouwd is vol-
gens EU-normen.
Voor de aansluiting op de waterleiding
is een kraan met 3/4" schroefkoppeling
vereist. Is zo'n kraan niet aanwezig,
dan mag de automaat uitsluitend door
een erkend installateur op de waterlei-
ding worden aangesloten.
De ca. 2,5 m lange slang 3/8" met 3/4"
schroefkoppeling wordt op de kraan
aangesloten.
Een slang van 4 m lengte is als extra
toebehoren leverbaar.
Deze slang is niet geschikt om op
warm water te worden aangesloten.
Let erop dat het dichtingsringetje goed
in de schroefkoppeling zit.
Het aansluitpunt staat onder druk. Con-
troleer daarom of de aansluiting niet lek
is. Dit kunt u doen door de kraan lang-
zaam open te draaien.
Als u de slang vervangt, gebruik dan
uitsluitend slangen die bestand zijn te-
gen een plotselinge drukverhoging van
minstens 70 bar. Dit geldt ook voor de
daaraan bevestigde aansluitingsarma-
turen. Originele Miele-onderdelen vol-
doen aan deze eis.
Plaatsen en aansluiten
De waterdruk moet tussen de 1 en 10
bar overdruk liggen. Is de druk hoger
dan 10 bar overdruk dan moet er een
drukreduceerventiel in de waterleiding
worden ingebouwd.
Van een minimale waterdruk van 1 bar
overdruk is sprake, als er met volledig
opengedraaide kraan binnen 15 secon-
den 5 liter water in een emmer met mar-
keringsstreepjes stroomt.
Het zeefje dat zich in het vrije uiteinde
van de toevoerslang bevindt en dient
ter bescherming van de watertoevoer-
kleppen mag niet worden verwijderd.
51