Nadat u heeft gewassen
1
Open het buitenste deksel.
door op de Deksel - toets te drukken.
Open dit deksel tot de aanslag.
2
Open het binnenste deksel
3
Open de wastrommel
4
Haal het wasgoed uit de trommel
Kijk goed of er geen stukken was-
goed in de trommel zijn blijven lig-
gen. Anders loopt u het risico dat
ze bij de volgende wasbeurt krim-
pen of afgeven.
5
Sluit de wastrommel
Anders bestaat het gevaar dat er voor-
werpen per vergissing in de trommel te-
rechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
6
Sluit het binnenste deksel
7
Sluit het buitenste deksel
8
Schakel het apparaat uit
door op de I-Aan / 0-Uit - toets te
drukken.
De wasautomaat kan na het wassen in-
dien noodzakelijk naar een andere plek
worden gereden.
Draai de hendel van het verrijdbaar
onderstel naar rechts.
Let hierbij op de aansluitkabel, de
watertoevoer- en waterafvoerslang.
Het bijvullen van de trommel
U kunt bij alle programma's nog was-
goed in de trommel leggen of wasgoed
uit de trommel halen, nadat u het pro-
gramma heeft gestart.
Druk 1 x op de Deksel - toets.
Nu draait de trommel in de positie waarin
hij kan worden geopend.
Daarbij knipperen afwisselend de lamp-
jes "Spoelstop" en "Zonder centrifugeren".
Wanneer deze lampjes niet meer knip-
peren en de trommel vergrendeld is (let
op krakend geluid) kunt u het deksel
openen.
Druk opnieuw op de Deksel - toets.
Open het buitenste deksel tot de
aanslag.
Open het binnenste deksel.
Open de wastrommel.
Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
Sluit de wastrommel.
Sluit het binnenste deksel goed.
Sluit het buitenste deksel.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
In een paar gevallen kan het appa-
raat niet meer worden geopend, en
wel wanneer
– de temperatuur van het sop boven
de 55°C komt;
– de programmavergrendeling is inge-
schakeld;
– de programmafase "Centrifugeren" is
bereikt.
Zo wast u goed
19