Deel 6 Gebruik
6.7.f Stijging/Daling werkbak
- Druk een maal op de toets P2, de LED gaat aan om aan
te duiden dat de functie stijging/daling werd gekozen.
Opmerking: wanneer de LED knippert of uitgaat moet
opnieuw op de toets gedrukt worden om de functie
opnieuw te activeren.
- De hendel Man Aanwezig P5a van de joystick P5 wordt
gebruikt om de besturing van de joystick P5 te activeren
en moet ingedrukt blijven wanneer de joystick P5 wordt
gebruikt.
- Verplaats de joystick P5 om de werkbak omhoog of
P2
omlaag te doen gaan.
- Laat de joystick los om het voertuig in de stijg-/daalfase
te blokkeren.
6.7.g
Indien u zich gedurende een werkzaamheid wilt
verplaatsen, moet de joystick P5 gebruikt worden. Druk
dus op de hendel Man Aanwezig P5a van de Joystick P5
en houd hem ingedrukt. Manoeuvreer hem naar behoefte
nadat u de functie middels de toets P3 hebt geactiveerd.
6.7.h
Eens het werk in die zone is voltooid of wanneer een
nieuwe last moet verplaatst worden, moet u als volgt
handelen:
6.7.i
Let op gevaar voor verplettering
Controleer of onder de Hoogwerker geen blootgestelde
personen, dieren of objecten zijn.
6.7.l
Verplaats de joystick P5 en doe de Hoogwerker omlaag.
6.7.m
Zet de Hoogwerker in Energiestaat Nul.
6.7.n
De "Besturing" procedure is voltooid.
6.8 NA ELK GEBRUIK
6.8.a
Q3
Controleer het waterpeil in de accu en vul bij indien nodig,
zoals beschreven in het deel 9.6.
6.8.b
Controleer de laadstaat van de accu en laad op indien
nodig, zoals beschreven in deel 9.7
6.8.c
Voer een dagelijkse schoonmaak uit, zoals beschreven in
deel 8
6.8.d
De procedure "Na elk gebruik" is voltooid.
04-2020 Rev.01
6.50
05 -2015 Rev.1