Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geprojecteerde Koers; Trajecten En Traceren - Navman Datahelm 8120 Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3-4 Geprojecteerde koers

Indien Geprojecteerde koers wordt
ingeschakeld, dan zal het instrument
de geprojecteerde positie weergeven,
gebaseerd op de koers over grond (COG),
snelheid en een gespecificeerde tijd. Om
de Geprojecteerde koers-functie in en uit
te schakelen en om de tijd in te stellen, zie
paragraaf 17-2.
A Geprojecteerde positie
B Boots geprojecteerde koers
C Boots positie

3-5 Trajecten en traceren

Traceren houdt met regelmatige tussenpozen
de positie van de boot bij. Deze intervallen
kunnen zijn:
Tijdsintervallen
Of afstandsintervallen.
Het traject waar de boot langs is gevaren kan
worden weergegeven op de landkaart. Het
instrument kan een traject weergeven terwijl
een andere wordt opgeslagen.
Om met trajecten te werken, zie paragraaf
17-6.
Het instrument kan vijf trajecten bewaren:
Traject 1 kan maximaal 2000 punten
bewaren en is bedoeld om de normale
voortgang van de boot bij te houden.
Trajecten 2, 3, 4 en 5 kunnen elk maximaal
500 punten bewaren en zijn bedoeld om
onderdelen van een reis bij te houden,
om later precies zo gevaren te kunnen
worden, bijvoorbeeld het binnenvaren
van een riviermonding.
Tip: Leg een referentietraject vast en
gebruik dit traject om dezelfde route later
nog eens te volgen. Leg bijvoorbeeld een
28
A
B
C
referentietraject vast bij het verlaten van een
haven. Als u dan later naar dezelfde haven
terugkeert en het zicht is slecht, selecteer
dan de landkaart en navigeer handmatig over
het referentietraject terug naar de haven.
Registreer referentietrajecten onder goede
omstandigheden.
Als een traject wordt opgeslagen en het
traject is vol, dan gaat het opslaan door en
de oudste punten op het traject worden
gewist. De maximale lengte van een traject is
afhankelijk van de trajectinterval; een kleine
interval geeft een korter, gedetailleerder
traject en een lange interval
geeft een langer, minder gedetailleerd
traject, zoals weergegeven in deze
voorbeelden:
Tijdintervallen
Interval
Traject 1
1 sec
33 minuten
10 sec
5.5 uur
1 min
33 uur
Afstandsintervallen
Interval
Traject 1
0,01
20
1
2.000
10
20.000
De trajectlengte wordt in de huidige afstandseenheid
weergegeven, bijv. nm.
8120 Installatie- en bedieningshandleiding
Traject 2, 3, 4 of 5
8 minuten
1.4 uur
8 uur
Traject 2, 3, 4 of 5
5
500
5.000

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave