1. De juiste wasverzorging in acht nemen
Symbolen op het onderhoudsetiket
Drogen
Normale / hogere temperatuur
Op lagere temperatuur:
Kies Temperatuur laag+ (voor
kwetsbare textielsoorten).
Niet geschikt voor de droogkast
Strijken en mangelen
Zeer heet
Heet
Warm
Niet strijken/mangelen
Waar u bij het drogen op moet
letten
Zie het hoofdstuk "Programma-over-
zicht".
Daarin kunt u alle programma's en
bijbehorende beladingen vinden.
– Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit. Het
energieverbruik is dan relatief gezien
het laagst.
– Kies de gewenste droogtegraad, bij-
voorbeeld . . .
. . . Kastdroog, als u de was na het
drogen wilt opvouwen en opbergen,
of
. . . Mangeldroog, als u de was na het
drogen nog wilt mangelen.
– Droog zuiver linnen alleen als dat vol-
gens het etiket geoorloofd is. Het kan
anders ruw worden.
24
– Wol en wolmengweefsels kunnen ge-
makkelijk vervilten en krimpen. Ge-
bruik voor dergelijke textielsoorten al-
leen het programma Wol.
– Bewerkt textiel (zoals T-shirts, onder-
goed) krimpt bij de eerste was vaak
licht. Droog deze kledingstukken
daarom niet te veel, om verder krim-
pen te voorkomen. Kies bij bewerkt
textiel eventueel voor een of twee
maten groter.
– Verminder bij bijzonder temperatuur-
en kreukgevoelig wasgoed de bela-
ding en kies de optie Temperatuur
laag+.