LUNA RC
Inbedrijfstelling
Let op: Controleer alle instellingen en parameters tijdens
de inbedrijfstelling. Op deze manier kan worden
gegarandeerd dat de geselecteerde toepassing naar
behoren functioneert.
B
C
D
E
Iedere regelaar moet een uniek Modbusadres hebben
(1...247). Het is mogelijk alle regelaars binnen hetzelfde
segment te regelen door een gedeeld commando te
versturen naar het adres nul (transmissie). Deze functie
wordt gebruikt bij het testen tijdens de inbedrijfstelling of
voor het gezamenlijk regelen van wijzigingen in de dag-/
nachtstand.
De instellingen van de regelaar kunnen worden aangepast
met de knoppen
Configuratie met behulp van het menu:
1. Verwijder de kap
2. Stel de selectieknop voor de configuratiestand in
op de gesloten positie
3. Voer de instellingen in die voor het proces vereist zijn
4. Stel de selectieknop voor de configuratiestand
in op de open positie. De regelaar keert terug in
de gebruikstand
6
Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen.
A
B.
A
C.
D.
E.
Klemmen voor externe sensor of DI contact
Busafsluiting (120 Ω)
• gesloten=afgesloten
• open=niet afgesloten
Selectieknop voor configuratiestand
• gesloten=configuratiestand
• open=gebruikstand (fabrieksinstelling)
Klem voor inbedrijfstellingstool
Indicatielampen
• groen PWR=voedingsspanning OK
• geel TX=transmissie vanaf regelaar
• geel RX=busactiviteit
20220808