LUNA RC
Instelpunt voor temperatuur
Het instelpunt voor temperatuur kan een van de volgende opties zijn:
1. Ingesteld met knoppen op de regelaar (de parameters SPcnt en ±SP °C)
2. Ingesteld met extern 0...10 V signaal (de parameter U1mod moet "2" zijn). Het instelpunt voor het gebied van
het externe 0...10 V signaal is gelijk aan het bereik van het instelpunt bepaald in het menu (de parameters
SPcnt en ±SP °C)
3. Ingesteld via Modbus
4. Het instelpunt voor vorstbeveiliging (de parameter FG °C) in de nachtstand, als de stand voor vorstbeveiliging
is geselecteerd voor de nachtstand (de parameter nl OP is "FG")
De overgang van de nachtstand op de dagstand is ook van invloed op het instelpunt voor temperatuur. Met parameter
SP:nd kan het instelpunt dusdanig worden geselecteerd dat het de laatste door de gebruiker ingevoerde waarde is of
kan worden uitgelezen via Modbus. De waarde die de gebruiker heeft ingevoerd kan het 0...10 V signaal zijn dat is
aangesloten op ingang U1 of de waarde ingesteld met de knoppen op de regelaar.
De regelaar gebruikt de laatste waarde als het instelpunt (ingesteld door de gebruiker of via Modbus). Het is mogelijk
het actuele instelpunt te bekijken door de knop - of + in te drukken. Het instelpunt wordt continu op het display
weergegeven als de parameterwaarde voor dISP SP is.
Parameter
Modbus
Beschrijving
register
SPcnt
40011
Gemiddelde van het instelbereik
van de gebruiker
+SP °C
40012
Gebiedslimieten voor instelpunt
gebruiker
SP_Dz
40015
Positie instelpunt in dode zone
FG °C
40020
Instelpunt thermostaat voor
vorstbeveiliging
SP:nd
21
Effectief instelpunt na over-
schakeling van nachtstand op
dagstand
U1mod
40027
U1 modus
dISP
27
De waarde op het display
Als het gemiddelde van het instelbereik (parameter SPcnt) wordt gewijzigd via Modbus, blijft de afwijking voor het door
de gebruiker ingevoerde instelpunt ongewijzigd.
Voorbeeld:
1.
De parameterwaarde SPcnt is 21°C en de gebruiker heeft het instelpunt gewijzigd naar 23°C
(de afwijking is +2°C).
2.
De parameterwaarde SPcnt wordt gewijzigd naar 22°C via Modbus (register 40011).
→
De regelaar gebruikt 24°C als instelpunt (22°C + 2°C=24°C).
22
Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen.
Fabrieks-
Min.
Max.
instelling
21,0
18,0
26,0
+3,0
+0
+16
50
0
100
17,0
8,0
50,0
UIT
UIT
AAN
0
0
3
TE
TE
SP
20220808
Parameter
Gemiddelde van het instelbereik van de gebruiker
De gebruiker kan het instelpunt instellen binnen
deze limieten
FG °C
UIT=Meest recente door de gebruiker ingestelde
waarde
AAN=De waarde van Modbus
0=niet gebruikt, 1=extern instelpunt,
2=temp. meting met 0...10 V transmitter (opm.: De
externe sensor is niet beschikbaar als de 0...10 V
transmitter is geselecteerd)
TE=temperatuur, SP=instelpunt