LUNA RC
Aansluitingen
De aansluiting en inbedrijfstelling van de apparatuur
mag uitsluitend worden uitgevoerd door
gekwalificeerde professionals. De aansluiting
moet altijd worden uitgevoerd met de stroom onderbroken.
Let op: De voedingsspanning moet in de regelaar en in
de aangesloten 24 VAC klepaandrijvingen gelijk zijn.
G
G0
Y1
Y2
DI1
A1
Y3
B1
A2
Y4
B2
U1
A+
B TERM
CONFIG
B-
C
PWR
RX
TX
24 Vac
0 Vac
Cooling
M
Thermal
actuators
Heating
24 Vac
M
0...10 V CO
/ Tsp
2
Gebruik na stroomstoring
• De instellingen van de regelaar blijven ongewijzigd
tijdens een stroomstoring.
• Overdrives die hebben plaatsgevonden via Modbus
worden verwijderd tijdens een stroomstoring. De
parameters die worden gereset worden gemarkeerd in
het Modbusregister vanaf pagina 29.
4
Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen.
S/DI2
G0
G
24 Vac power supply
G0
0 Vac
Y1
0...10 V, VAV control out
Y2
0...10 V, fan speed out
DI1
PIR / card switch: day/night
A1
24 Vac 1A, cooling out
Y3
0...10 V, cooling out
A2
24 Vac 1 A, heating out
Y4
0...V, heating out
U1
0... CO
/0...10 V ext. setpoint
2
A+
RS-485
B-
RS-485
C
RS-482 Common
Sensor (ext. NTC) / DI2 (door / window
S/DI2
contact or condensation switch
G0
De maximale TRIAC uitgangsstroom is 1 A. Er kunnen
bijvoorbeeld maximaal drie A 40405 thermische aandrij-
vingen worden aangesloten op één uitgang. Het stroom-
verbruik wordt dan niet hoger dan 1 A.
De TRIAC uitgangen worden beschermd met zekeringen
die uitsluitend mogen worden vervangen door de fabrikant.
Let op: Het is ook mogelijk de ongebruikte in- en uitgangen
te gebruiken om andere meet- en regelinformatie over te
dragen via Modbus.
20220808