6.2.2. CARTER
Reinig de carter na elke maaibeurt aan de binnen- en bui-
tenzijde:
• De grasmaaier verticaal kantelen
• Het gras dat tegen de binnenkant van de carter is geplakt
met een houten of plastic hulpmiddel wegkrabben en er
daarbij op letten de carter niet te beschadigen.
• Het overige maaiafval reinigen met een waterstraal zonder
druk.
Let op
Altijd handschoenen dragen ter bescherming van de handen, die met de messen van de grasmaaier
in aanraking zullen komen! Gevaar van snijwonden.
Waarschuwing
Nooit zeep of oplosmiddelen (Trichlorethyleen, White spirit, benzine, etc) gebruiken voor het reinigen
van het gereedschap.
6.2.3. WIELEN
De wielen van de grasmaaier staan in het bijzonder aan vervuiling onderhevig. Grassprieten, stof en maaiafval kunnen
vastplakken aan de mechanische delen die uiteindelijk de voortgang van de machine zouden kunnen verhinderen.
Reinig de wielen na elke maaibeurt.
Gebruik een straal water om de deeltjes die op de wielen zijn
samengeklonterd, los te weken.
6.2.4. OPVANGBAK
Na gebruik moet de opvangbak altijd volledig worden schoongemaakt met een waterstraal en vervolgens naar de zon
gericht te drogen worden gelegd, om eventuele kiemen van schimmels te doden en schimmelziekten tegen te gaan.
36
GRASMAAIER RASION 2 SMART
59_143879-A
59N_18_067