TEMPERATUURINDICATOR
Om u te helpen uw toestel correct in te stellen, is het uitgerust met een temperatuurindicator die in de
koudste zone is geplaatst.
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen in uw koelkast goed worden bewaard, vooral in de koudste
zone, moet u controleren of de temperatuurindicator "OK" aangeeft.
Het symbool rechts geeft de plaats aan van het koudste gedeelte van uw koelkast.
Het bepaalt de top van deze zone.
Als "OK" niet verschijnt, is de gemiddelde temperatuur in die zone te hoog. Zet de
thermostaat op een koelere stand.
Telkens wanneer u de instelling van de thermostaat wijzigt, moet u wachten tot de
temperatuur in het toestel gestabiliseerd is, voordat u deze zo nodig opnieuw
instelt. Verander de stand van de thermostaat slechts geleidelijk en wacht ten
minste uren 12alvorens opnieuw te controleren.
OPMERKING: na het laden van het apparaat met vers voedsel of na herhaaldelijk of langdurig openen
van de deur is het normaal dat de aanduiding "OK" niet verschijnt in de temperatuurindicator; wacht ten
minste uren 12voordat u de thermostaat opnieuw instelt.
In werking stellen
Als het toestel eenmaal goed geïnstalleerd is, raden wij aan de binnenkant schoon te maken met lauw
water en zachte zeep (afwasmiddel). Gebruik geen schuurmiddelen of schuurpoeders, aangezien deze
de afwerking kunnen beschadigen.
Gebruik
Koelkasten voor huishoudelijk gebruik zijn uitsluitend bedoeld voor het thuis bewaren van verse
levensmiddelen en dranken en voor het kortstondig bewaren van diepvriesprodukten.
Voedselveiligheid
De toenemende consumptie van kant-en-klaarmaaltijden en andere kwetsbare levensmiddelen
maakt het noodzakelijk de temperatuur bij het vervoer en de opslag van levensmiddelen beter te
beheersen:
•
Bewaar de meest gevoelige levensmiddelen in het koudste gedeelte van het apparaat, zoals
aangegeven in deze handleiding (hoofdstuk Temperatuurindicator).
•
Beperk het aantal keren dat de deur wordt geopend.
•
Zet de thermostaat op een lagere temperatuur. Deze aanpassing moet geleidelijk gebeuren om
te voorkomen dat het voedsel bevriest.
•
Maak de binnenkant van de koelkast regelmatig schoon.
Instellen van de temperatuur
De binnentemperatuur wordt ingesteld door de thermostaat die met de knop aan de buitenkant van het
toestel wordt bediend (punt 9 op blz. 3). De stand "7" komt overeen met de koudste temperatuur. De in de
oven bereikte temperatuur kan variëren naar gelang van de gebruiksomstandigheden: de plaats, de
omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt geopend, de hoeveelheid levensmiddelen
in de oven, enz. De instelling kan worden gewijzigd met inachtneming van deze voorwaarden. In het
algemeen z a l een gemiddelde stand in stand "3" de juiste temperatuur opleveren; om meer of minder
koude te verkrijgen, moet de thermostaatknop worden bijgesteld
GEBRUIK
10