Inhoudsopgave
Advertenties
9. Reiniging en onderhoud
9.1 Manchetten reinigen
• Schakel het apparaat voor elke reiniging uit en verwijder de luchtslangen (behalve de korte eindstukken van de
slangen) uit de manchetten en de handschakelaar.
• Reinig de manchetten met een zachte, licht bevochtigde doek. Gebruik voor de reiniging geen chemische rei-
nigings- of schuurmiddelen.
• Gebruik de manchetten pas weer als deze volledig droog zijn.
9.2 Bewaren
• Haal de batterijen uit het handapparaat als u het apparaat langere tijd niet gebruikt. Lekkende batterijen kunnen
schade aan het apparaat veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de luchtslangen en de manchetten niet scherp worden geknikt.
• Bewaar het apparaat in de originele verpakking op een koele, goed geventileerde plek.
10. Wat te doen bij problemen
Probleem
De manchetten worden niet
opgepompt.
Tijdens het gebruik beginnen de
timer-leds op het handapparaat
te knipperen en het apparaat
wordt uitgeschakeld.
Als uw probleem hier niet wordt genoemd, neemt u contact op met de klantenservice.
11. Verwijdering
Met het oog op het milieu mag het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet met het gewone
huisvuil worden weggegooid. Verwijder het apparaat conform de EU-richtlijn voor afgedankte elekt-
rische en elektronische apparatuur – WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment). Voor meer
informatie kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke instanties voor afvalverwijdering in uw
gemeente.
Deponeer de gebruikte, volledig lege batterijen in de daarvoor specifiek bestemde afvalbakken of
bied ze bij het afvalverwerkingsstation of de elektriciteitszaak aan als chemisch afval. Hiertoe bent u
wettelijk verplicht.
Deze tekens kunt u aantreffen op batterijen met schadelijke stoffen:
Pb = batterij bevat lood, Cd = batterij bevat cadmium, Hg = batterij bevat kwik.
12. Technische gegevens
Manchetdruk
Manchetgrootte
Timingduur
Stroomvoorziening bij gebruik met batterijen
Toegestane gebruiksomstandigheden
Mogelijke oorzaak
De batterijen zijn leeg.
De netvoeding is niet aangesloten.
De luchtslangen zijn niet correct
aangesloten.
De batterijen zijn leeg.
max. 120 mmHg (bij correct gebruik zoals beschreven in
hoofdstuk 8.1)
29-53 cm
10-30 minuten met een afwijking van ± 10%
6 V DC (4 x 1,5 V
+5 °C tot +40 °C, 15-93% relatieve luchtvochtigheid (niet
condenserend), 700-1060 hPa omgevingsdruk
11
Oplossing
Vervang de batterijen in de
handschakelaar.
Steek de netvoeding in een geschikt
stopcontact.
Sluit de luchtslangen opnieuw aan.
Vervang de batterijen in de
handschakelaar.
AA-batterijen (alkaline, type LR06))
Advertenties
Inhoudsopgave
