Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Layher SOLOTOWER TRAPKIT Handleiding pagina 5

Inhoudsopgave

Advertenties

2. ALGEMENE OPMERKINGEN OVER DE
MONTAGE- EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE
De uitbreiding voor het de rolsteiger mag worden gebruikt in overeen-
stemming met de gespecificeerde steigergroep volgens de specifica-
ties van DIN EN 1004
De gebruiker van de uitbreiding voor de rolsteiger moet de vol-
gende opmerkingen in acht nemen:
1. De gebruiker moet de geschiktheid van de geselecteerde rolsteiger
voor de uit te voeren werkzaamheden controleren.
De informatie over ballast en montage-onderdelen in de relevante
hoofdstukken moet in acht worden genomen. Als dit niet wordt nage-
leefd, bestaat er kans op ongevallen en is de sta- en draagveiligheid
niet langer gegarandeerd.
Indien de gekozen steiger niet in de beschreven constructievarianten
kan worden geplaatst, moet voor de steiger of afzonderlijke delen
daarvan een aparte sterkte- en stabiliteitsberekening worden uitge-
voerd.
2. De montage, ombouw of demontage van de rolsteiger volgens
deze montage- en gebruikersinstructie mag alleen worden uitgevoerd
onder toezicht van een gekwalificeerd persoon of door professioneel
gekwalificeerde medewerkers na een speciale opleiding. Alleen de
steigertypes die in deze handleiding voor montage en gebruik worden
getoond, mogen worden geplaatst en daarom worden gebruikt. De
steiger moet voor, na of tijdens de montage worden gecontroleerd,
maar niet later dan voor de ingebruikname. Tijdens montage, modi-
ficatie of demontage moet de rolsteiger worden gemarkeerd met het
verbodsteken
3. Voor de montage moeten alle onderdelen worden gecontroleerd om
er zeker van te zijn dat ze in perfecte staat verkeren. Er mogen alleen
onbeschadigde originele onderdelen van de rolsteigersystemen van
Layher worden gebruikt. Steigerdelen zoals klikklauwen en buisver-
binders moeten na gebruik van vuil worden ontdaan. De onderdelen
moeten tijdens transport worden beveiligd tegen wegglijden en sto-
ten. De onderdelen moeten zo worden gehanteerd dat ze niet worden
beschadigd.
4. Kleine gereedschappen en materialen kunnen meegenomen worden.
5. De verbindingen van het standelement moeten altijd worden vast-
gezet met borgklemmen.
6. De stabiliteit moet in elke fase van de montage worden gegarandeerd.
7. Toegang tot het werkplatform is alleen toegestaan aan de binnen-
kant van de steiger.
8. Hefwerktuigen mogen niet worden vastgemaakt aan en gebruikt
worden op rolsteigers.
9. Opstellen en verplaatsen is alleen toegestaan op een voldoende
stabiele ondergrond en alleen in de lengte of dwars over de hoeken.
Elke botsing moet worden vermeden. Bij beweging mag het normale
wandeltempo niet worden overschreden.
10. Bij het verplaatsen mogen zich geen personen en / of losse voor-
werpen op de rolsteiger bevinden.
11. Na het verplaatsen moeten de remmen van de zwenkwielen wor-
den bekrachtigd.
12. Het is niet toegestaan om op twee of meer werkniveaus tegelijk te
werken. Neem bij afwijkingen contact op met de fabrikant. Bij werk-
zaamheden op meerdere niveaus moeten deze volledig zijn voorzien
van 3-delige zijbescherming.
13. De rolsteigers mogen niet worden blootgesteld aan agressieve
vloeistoffen of gassen.
14. Rolsteigers mogen niet met elkaar worden overbrugd zonder spe-
ciale controle. Hetzelfde geldt voor alle andere speciale constructies,
bv. hangsteigers etc. Verder is het plaatsen van bruggen tussen een
verrijdbaar werkplatform en een gebouw niet toegestaan.
15. Bij gebruik buiten of in open gebouwen moet bij een windsterkte
hoger dan 6 Beaufort of aan het einde van de werktijd de rolsteiger
naar een beschutte ruimte worden verplaatst of tegen kantelen
worden beveiligd door andere maatregelen. Het is raadzaam om
rolsteigers te verankeren als ze onbeheerd worden achtergelaten. De
maximale helling mag 1% zijn.
16. Vloeren mogen alleen worden verplaatst met inachtneming van
de voorgeschreven hoogtes van de leuningen, kantplanken en dia-
gonalen. In het geval van een ander ontwerp dan de typen vermeld
in deze montage- en gebruikersinstructie moet de fabrikant worden
geraadpleegd, omdat mogelijk een afzonderlijk bewijs van stabiliteit
vereist kan zijn.
17. Het toegangsluik moet altijd gesloten zijn, behalve om erdoorheen
te klimmen.
18. Het op- en afstappen vanuit een rolsteiger op aangrenzende objec-
ten is niet toegestaan.
19. Springen op het platform is niet toegestaan.
20. Er moet worden gecontroleerd of alle onderdelen, hulpgereed-
schappen en veiligheidsvoorzieningen voor het opzetten van de rol-
steigerster plaatse aanwezig zijn.
21. Horizontale en verticale belastingen, die ertoe kunnen leiden dat
de rolsteiger kantelt, dienen te worden vermeden bijvoorbeeld:
door tegen de zijsteunen te duwen
extra windbelastingen
(tunneleffect van doorgangsgebouwen, onbeklede
gebouwen en gebouwhoeken).
22. Indien gespecificeerd, kunnen rolsteigers worden uitgerust met
de juiste basisverbredingen, dit kunnen mobiele balken en zijsteunen
zijn. Als alternatief kunnen muursteunen of afstandhouders worden
toegepast.
23. Het is niet toegestaan de hoogte van het platform te verhogen
door middel van ladders, kisten of andere apparaten.
24. Rolsteigers zijn niet ontworpen om te worden opgetild of gekop-
peld te worden.
5 5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave