• Houd de kettingzaag altijd op volle snelheid.
• Snijd niet met het uiteinde van de staaf.
• Houd de balk verticaal.
• Controleer voortdurend de goede werking van de smering.
• Terwijl u de kettingzaag van de ene tak naar de andere verplaatst, laat u de trekker los om de
ketting te stoppen.
• Houd tijdens het gebruik van het gereedschap elk ander lichaamsdeel op minimaal 15 cm afstand
van de ketting.
• Houd voorbijgangers en andere mensen op minimaal 1,5 meter afstand.
• Gebruik het apparaat niet in de regen of in een vochtige omgeving.
• Verwijder na gebruik de accu uit de kettingzaag.
Waarschuwing: in geval van moeilijk zagen, controleer de acculading en de juiste slijping en
spanning van de ketting.
14. Reiniging en onderhoud
Gerepareerd gereedschap moet naar het servicecentrum worden gebracht. Het gebruik van
originele onderdelen garandeert een correcte en veilige werking van het gereedschap.