Opbouwmontage
Beide veren uit de melder trekken (g) en door de met het
opbouwraam 75A meegeleverde veren vervangen (h). Het
opbouwraam 75A op het plafond monteren (i). KNX-kabel ver-
binden (a) en de melder in het opbouwraam schuiven (j). Op
uitrichting raam/naar binnen letten (c). Montagebeveiliging
verwijderen (d). Indien nodig het detectiebereik uitlijnen door
12° naar rechts (I) of links (II) te kantelen (e). Het meegele-
verde afdekraam inklikken (f).
7. Inbedrijfname
1. Instellingen
Alle instellingen worden met behulp van de ETS uitgevoerd.
Zie document "KNX-handboek PlanoSpot" (applicatiebeschri-
jving). Ter ondersteuning van de inbedrijfstelling is optioneel
de managementafstandsbediening "SendoPro 868-A" of de
installatieafstandsbediening "the Senda P" verkrijgbaar. Met
de "SendoPro 868-A" kunnen parameters worden opge-
vraagd, aangepast en geoptimaliseerd. Met de "theSenda
P" kunnen de parameters alleen worden aangepast. De
afstandsbedieningen dienen dan als instelhulpmiddel. Met
de afstandsbediening kunnen een aantal te wijzigen para-
meters worden aangepast (zie hoofdstuk "Parameters via
afstandsbediening").
Door stuurcommando's via de afstandsbediening kan de reac-
tie tijdens het bedrijf worden gewijzigd.
2. Programmeermodus
De programmeermodus kan met de programmeertoets
aan de achterkant van de aanwezigheidsmelder of zonder
demontage van de aanwezigheidsmelder met behulp van de
managementafstandsbediening "SendoPro 868-A" of de ins-
tallatieafstandsbediening "theSenda P" worden geactiveerd.
4