Een hoortoestel verwijderen:
Til het hoortoestel op en schuif
�
het over de bovenkant van uw
➊
oor
.
Houd het oorstukje vast tussen
�
uw duim en uw wijsvinger.
Draai het oorstukje voorzichtig
naar voren terwijl u het uit uw
➋
oor trekt
.
Reinig en droog uw hoortoestellen na gebruik. Meer
informatie vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud en
verzorging".
HET VOLUME AANPASSEN
Uw hoortoestellen passen automatisch het volume aan de
luistersituatie aan.
Als u een handmatige aanpassing van het volume
�
prefereert, drukt u kort op de tuimelschakelaar of gebruikt
u een afstandsbediening.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningsregelaars" om de
tuimelschakelaar in te stellen.
Een optionele signaaltoon kan de volumewijziging
aangeven. Van zodra het maximale of het minimale volume
bereikt is, hoort u mogelijk een optionele signaaltoon.
20
HET KIEZEN VAN EEN LUISTERPROGRAMMA
Afhankelijk van de luistersituatie passen uw hoortoestellen
het geluid automatisch aan.
Uw hoortoestellen hebben mogelijk ook een aantal
luisterprogramma's waarmee u het geluid, indien
nodig, kunt wijzigen. Een optionele signaaltoon kan de
programmawijziging aangeven.
Ook kan uw audicien de LED zo configureren dat de
programmawijziging wordt aangegeven: Het LED-lampje
knippert één keer als u overschakelt naar programma 1, twee
keer als u overschakelt naar programma 2, enzovoorts.
Om het luisterprogramma te wijzigen, drukt u kort op de
�
drukknop of gebruikt u een afstandsbediening.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningsregelaars" om uw
bedieningsregelaars in te stellen. Raadpleeg de paragraaf
"Instellingen" voor een lijst van uw hoorprogramma's.
Indien de functie AutoPhone of 2earPhone is
geactiveerd, schakelt het luisterprogramma
automatisch naar een telefoonprogramma wanneer
de telefoonluidspreker zich dicht bij het hoortoestel
bevindt.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Aan de
telefoon".
21