Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

type MN 21 noodzakelijk, zoals bijv. de batterij met bestnr. 10 36 40 of 61 85
51 (wordt niet meegeleverd)!
Inbouw van de batterij/verwisselen van de batterij
Op de onderkant van de behuizing bevindt zich een schroef. Draai de
schroef met een geschikte schroevendraaier tegen de klok in uit. Open vo-
rzichtig de behuizing en haal de toetsenfolie af. Plaats in het batterijvak een
geschikte batterij van het type MN 21. Zet de toetsenfolie weer op zijn pla-
ts en sluit de behuizing af. Schroef de twee helften van de behuizing dicht.

Technische gegevens

Voedingsspanning
:
Stroomverbruik
:
Gebruiksfrequentie
:
Afmetingen
:
Bijpassende behuizing
:
Bijpassende batterij
:
Let op!
Voor u met het opbouwen begint, moet u eerst deze handleiding in alle rust
helemaal tot het einde doorlezen, voor u het bouwpakket of het apparaat in
gebruik neemt (vooral het hoofdstuk over mogelijke fouten en het verhelpen
daarvan) en natuurlijk de veiligheidsbepalingen. U weet dan, waar het op
aankomt en waar u op moet letten en u vermijdt daardoor vooraf fouten, die
soms pas met veel moeite weer verholpen kunnen worden.
Voer solderingen en bedradingen absoluut zuiver en precies uit, gebruik
geen zuurhoudend soldeertin, soldeervet of dergelijke. Overtuig u ervan, dat
er geen koude soldeerplek aanwezig is. Want een onzuivere of slechte
soldeerplek, een niet goed vastzittend contact of een slechte opbouw
betekenen een tijdrovend zoeken naar fouten en onder bepaalde
omstandigheden het vernielen van onderdelen, wat vaak een kettingreactie
tot gevolg heeft, waardoor het complete bouwpakket vernield wordt.
Denk er ook aan dat bouwpakketten die met zuurhoudend soldeertin,
soldeervet e.d. gesoldeerd zijn, door ons niet gerepareerd worden.
8
12 Volt (batterij MN 21)
ca. 20 mA bij zendbedrijf
433,92 MHz ± 50 kHz
66 x 40 mm (printplaat)
Bestnr.: 11 65 72
Bestnr.: 10 36 40 of 61 85 51
Bij het nabouwen van elektronische schakelingen wordt er verondersteld dat
u beschikt over enige basiskennis voor de behandeling van onderdelen,
solderen, en het omgaan met elektronische resp. elektrische componenten.
Algemene aanwijzing voor het opbouwen van
een schakeling
De mogelijkheid, dat er na het in elkaar zetten iets niet functioneert, kan
drastisch beperkt worden door precies en netjes te werken. Controleer iede-
re stap, iedere soldeerplek twee keer, voor u verder gaat! Houdt u aan de
handleiding! Voer iedere daarin beschreven stap niet anders uit en sla niets
over! Vink iedere stap dubbel af: eenmaal voor het bouwen, eenmaal voor
het controleren.
Neem in ieder geval alle tijd: knutselen is geen haastwerk, want de hier
gebruikte tijd is drie keer zo kort als de tijd nodig voor het zoeken van fouten.
Een vaak voorkomende oorzaak voor het niet functioneren is een onder-
delenfout, bijv. verkeerd ingezette componenten zoals ICs, diodes en elco's.
Let ook beslist op de kleurringen van de weerstanden, omdat sommige
daarvan kleurringen hebben die makkelijk door elkaar gehaald kunnen
worden.
Let ook op de condensatorwaarden, bijv. n 10 = 100 pF (geen 10 nF).
Daartegen helpt dubbel en drievoudig controleren.
Let er ook op, dat alle pootjes van een IC ook daadwerkelijk in de voet
steken. Het gebeurt heel makkelijk, dat er een pootje bij het er insteken
omgebogen wordt. Heel licht drukken, en de IC moet bijna vanzelf in het
voetje springen.
Als dat niet gebeurt, is er zeer waarschijnlijk een pootje verbogen.
Als alles hier klopt, dan moet als volgende eventueel de oorzaak gezocht
worden bij een koude soldeerplek. Deze onaangename begeleiders van het
knustelaarsleven treden op, als de soldeerplek niet goed verwarmd is, zodat
het tin geen goed contact maakt met de leidingen, of als u bij het afkoelen
de verbinding precies op het moment van verstijven bewogen heeft.
U herkent dergelijke fouten vaak aan het matte uiterlijk van het oppervlak
van de soldeerplek.
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

61 81 52

Inhoudsopgave