4.1.1
4.1.2
4.1.3
4.1.4
01/02/2010
4
Werking
Rijwerking
Veiligheidsaanwijzing
Het starten van de motor mag enkel gebeuren vanop de bestuurders-
zitplaats.
De motor mag niet gestart worden door kortsluiting van de elektrische
aansluitingen omdat de machine in dat geval onmiddellijk in beweging
kan komen!
Starten van de veeg- en zuigmachine
Ga zitten op de bestuurdersplaats.
Controleer de stand van de rijrichtingschakelaar.
Controleer de schakelaarstand van de bezemaandrijvingen.
Om te starten moeten alle bezemaandrijvingen uitgeschakeld zijn.
Tijdens het starten mag het gaspedaal niet belast worden!
1
Handrem
3
Gaspedaal
Koude start:
Een koude start wordt noodzakelijk indien de keer- en zuigmachine
gedurende een lange tijd niet werd gebruikt en/of bij koude buitentem-
peraturen.
Om een koude start uit te voeren, gaat u als volgt te werk:
Trek de knop voor de koude startinrichting volledig naar boven.
Stel de hendel voor het motortoerental op het onbelaste toerental
Start de keer- en zuigmachine.
Laat de motor draaien.
TTV 1100
2
Rempedaal
Werking
9