Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Satellietsignalen Ontvangen - Garmin GPSMAP 64 Snelstartgids

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 64:
Inhoudsopgave

Advertenties

2
Plaats twee AA-batterijen met de contacten in de juiste
richting.
3
Plaats de batterijklep terug en draai de D-ring met de klok
mee.
4
Houd
ingedrukt.
5
Selecteer Stel in > Systeem > AA-batterijsoort.
6
Selecteer Alkaline, Lithium, Traditionele NiMH of Vooraf
opgeladen NiMH.
Het toestel inschakelen
Houd
ingedrukt.

Satellietsignalen ontvangen

Het kan 30 tot 60 seconden duren voordat u satellietsignalen
ontvangt.
1
Ga naar buiten naar een open gebied.
2
Schakel het toestel in als dat nog niet is gebeurd.
3
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Er knippert een vraagteken terwijl uw locatie wordt bepaald.
4
Selecteer
om de statuspagina te openen.
geeft de GPS/GLONASS-signaalsterke aan.
Wanneer de balken groen zijn, heeft het toestel satellietsignalen
ontvangen.
Knoppen
FIND
Selecteer om het zoekmenu te openen.
MARK
Selecteer om uw huidige locatie als via-punt op te slaan.
QUIT
Selecteer om te annuleren of om terug te gaan naar het vorige menu
of de vorige pagina.
ENTER
Selecteer om opties te kiezen en berichten te bevestigen.
MENU
Selecteer om het optiemenu voor de momenteel geopende pagina
weer te geven. Selecteer tweemaal om het hoofdmenu te openen
(vanuit elke pagina).
PAGE
Selecteer om door de hoofdpagina's te bladeren.
Selecteer , ,
of
kaartcursor te verplaatsen.
IN
Selecteer om in te zoomen op de kaart.
OUT
Selecteer om uit te zoomen op de kaart.
Via-punten
Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Een via-punt maken
U kunt uw huidige locatie als via-punt opslaan.
1
Selecteer MARK.
om menuopties te selecteren en de
2
Selecteer indien nodig een veld als u wijzigingen in het via-
punt wilt aanbrengen.
3
Selecteer OK.
Naar een via-punt navigeren
1
Selecteer in het hoofdmenu FIND > Via-punten.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer Ga.
Een via-punt bewerken
Voordat u een via-punt kunt bewerken, moet u er eerst een
maken.
1
Selecteer Via-puntbeheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer een item om te bewerken, bijvoorbeeld de naam.
4
Voer de nieuwe informatie in en selecteer Ga.
Een via-punt verwijderen
1
Selecteer Via-puntbeheer.
2
Selecteer een via-punt.
3
Selecteer MENU > Wis.
Routes
Een route bestaat uit een serie via-punten of locaties die u naar
uw bestemming leidt.
Een route maken
1
Selecteer Routeplanner > Maak route > Selecteer eerste
punt.
2
Selecteer een categorie.
3
Selecteer het eerste punt in de route.
4
Selecteer Gebruik.
5
Selecteer Selecteer volgend punt om meer punten aan de
route toe te voegen.
6
Selecteer QUIT om de route op te slaan.
Een opgeslagen route navigeren
Voordat u met behulp van een opgeslagen route kunt
navigeren, moet u eerst een route maken.
1
Selecteer FIND > Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Ga.
Sporen
Een spoor is een registratie van uw route. Het spoorlog bevat
informatie over de punten langs de vastgelegde route, inclusief
de tijd, de locatie en de hoogtegegevens voor ieder punt.
Het huidige spoor weergeven
1
Selecteer in het hoofdmenu Sporenbeheer > Huidig spoor.
2
Selecteer een optie:
• Als u het huidige spoor op de kaart wilt weergeven,
selecteert u Bekijk kaart.
• Als u het hoogteprofiel van het huidige spoor wilt
weergeven, selecteert u Hoogteprofiel.
Navigeren met een opgeslagen spoor
Voordat u met behulp van een opgeslagen spoor kunt
navigeren, moet u eerst een spoor opslaan.
1
Selecteer FIND > Sporen.
2
Selecteer een opgeslagen spoor.
3
Selecteer Ga.
Kaart
geeft uw positie op de kaart aan. Wanneer u zich verplaatst,
verplaatst
zich ook en laat het een spoorlog (een spoor)
achter. Via-puntnamen en -symbolen worden weergegeven op
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave