TIJDINSTELKNOP pi en pj
28
Deze multifunctionele knoppen worden gebruikt voor het
instellen van de klok, het schakelen tussen temperaturen
(wateruitlaattemperatuur en buitentemperatuur) en in de
weektimerprogrammeerstand.
TEMPERATUURINSTELKNOPPEN bi en bj
29
Deze multifunctionele knoppen worden gebruikt om het huidige
instelpunt aan te passen in de normale werkingsstand of de
weektimerprogrammeerstand.
instelpuntstand
worden
omschakelwaarde aan te passen. De knoppen worden ten slotte
ook gebruikt om de dag van de week in te stellen bij het instellen
van de klok.
KNOP GELUIDSARME STAND s
30
Deze knop schakelt de geluidsarme stand in of uit.
Knoppen die in de bovenstaande beschrijving niet
LET OP
voorkomen, worden in deze configuratie niet gebruikt.
Het drukken op deze knoppen ( w , wbj en
wbi ) heeft geen invloed op de werking. Wanneer
op
deze
knoppen
n op het display.
Instellen van de controller
Na de initiële montage kan de gebruiker de klok en dag van de week
instellen.
De controller is uitgerust met een weektimer waarmee de gebruiker
de werking kan plannen. Om de weektimer te kunnen gebruiken
moeten de klok en de dag van de week worden ingesteld.
De klok instellen
1
Druk gedurende 5 seconden op de pr -knop.
De klokaflezing en de dag van de week-indicator beginnen te
knipperen.
Regel de klok met de pi - en pj -knoppen.
2
Bij iedere druk op de pi - of pj -knop gaan de minuten
met 1 vooruit/achteruit. Wanneer u de pi - of pj -knop
ingedrukt houdt, gaan de minuten per 10 vooruit/achteruit.
Stel de dag van de week in met de bi - of bj -knop.
3
Bij iedere druk op de bi- of bj-knop verschijnt de
volgende of de vorige dag.
Druk één keer op de <-knop om de huidige tijd en dag van de
4
week te bevestigen.
Als u gedurende 5 minuten niet op een knop van de controller
drukt terwijl de aflezing van de klok en de dag van de week
knipperen, worden de vorige instellingen van de klok en de dag
van de week opnieuw ingesteld, en wordt de klokinstelfunctie
gedeactiveerd.
LET OP
De klok moet manueel worden ingesteld. Pas de
instelling aan bij het omschakelen van zomertijd naar
wintertijd en omgekeerd.
Instellen van de weektimer
Om de weektimer in te stellen, raadpleeg hoofdstuk
programmeren en raadplegen" op pagina
Gebruiksaanwijzing
3
In
de
weersafhankelijke
de
knoppen
gebruikt
om
wordt
gedrukt,
verschijnt
"Weektimer
5.
Beschrijving van de werkingsstanden
Verwarmen (h h h h )
In deze stand wordt het verwarmen geactiveerd volgens de vereisten
van het temperatuurinstelpunt. Het instelpunt kan manueel worden
ingesteld (zie
"Manuele werking" op pagina
"Weersafhankelijke werking (alleen modellen met warmtepomp)" op
pagina
4) of volgens de vraag om ontdooien van de buitenunit.
de
Ontdooien ( d
d
d )
d
Bij het verwarmen kan de warmtewisselaar van de buitenunit
bevroren zijn als gevolg van lage buitentemperatuur. Als dit gebeurt,
gaat het systeem in ontdooiing. De werking wordt omgekeerd en er
wordt warmte van het binnensysteem genomen om bevriezing van
het buitensysteem te voorkomen. Na maximaal 10 minuten ont-
dooien gaat het systeem weer in verwarming.
LET OP
Ontdooistops:
bij het omschakelen tussen koelen en verwarmen,
bij een lage buitentemperatuur en een lage
temperatuur van het inkomende water,
wanneer de gewenste ontdooiingstemperatuur is
bereikt, d.w.z. de ontdooistoptemperatuur (neem
contact op met uw plaatselijke Daikin-verdeler).
Verwarmen wordt automatisch hervat wanneer de
watertemperatuur hoger is dan de ontdooistop-
temperatuur.
LET OP
Verwarmen is niet mogelijk in geval van een installatie
voor "alleen koelen".
Koelen (c c c c )
In deze stand wordt het koelen geactiveerd volgens de vereisten van
het temperatuurinstelpunt.
LET OP
Het instelpunt voor de koeltemperatuur kan alleen
manueel worden ingesteld (raadpleeg
werking" op pagina
Heen en weer schakelen tussen koel- en
verwarmingsstand is alleen mogelijk door op de
=-knop te drukken (op voorwaarde dat de unit
er geen voor "alleen koelen" is).
Geluidsarme werkingsstand (s
Geluidsarme werkingsstand betekent dat de buitenunit werkt met
verlaagde capaciteit zodat het lawaai van de buitenunit vermindert. Dit
houdt in dat de verwarmings- en koelcapaciteit binnen ook daalt. Let
daarop wanneer binnen een bepaald verwarmingsniveau vereist is.
Werking van de controller
Manuele werking
In manuele werking regelt de gebruiker manueel de temperatuur-
instellingen van de installatie. De laatste instelling blijft actief totdat
ofwel de gebruiker ofwel de weektimer ze wijzigt.
Aangezien de controller voor een groot aantal verschillende
installaties kan worden gebruikt, kunt u soms een functie selecteren
die op uw installatie niet bestaat. In dat geval verschijnt het bericht
n .
3), weersafhankelijk (zie
3).
s )
s
s
EWAQ+EWYQ005~007ACV3P
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en bedrijfsklare
omkeerbare lucht-water warmtepompen
"Manuele
4PW33164-1