15. TIMER ON
Hiermee kunt u een timer op het scherm
activeren of weergeven op basis van uw eigen
timerinstelling. Zie
"De presentatietimer
instellen" op pagina 34
16. TIMER SET UP
Hiermee wordt de instelling voor
presentatietimer direct ingevoerd. Zie
presentatietimer instellen" op pagina 34
details.
17. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie
aanpassen" op pagina 28
18. Keystone/pijltoetsen (
/
Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde
beelden die door de projectiehoek worden
veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina
29
voor details.
19.
Rechts/
Blokkeert de toetsen op de projector. Zie
"Besturingstoetsen blokkeren" op pagina 37
details.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de knoppen #18, #9 en #19 als
richtingspijlen om de gewenste menuopties te
selecteren en de instellingen te wijzigen. Zie
OSD-menu's gebruiken" op pagina 24
details.
20. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer. Zie
tussen ingangssignalen" op pagina 27
details.
21. MUTE
Hiermee schakelt u het geluid in en uit. Zie
geluid dempen" op pagina 38
22. MODE
Afhankelijk van het gebruikte ingangssignaal
wordt er een beschikbare beeldmodus
geselecteerd. Zie
"Een beeldmodus selecteren" op
pagina 31
voor details.
voor details.
"De
voor
"Het beeld automatisch
voor details.
/
Omhoog,
voor
"De
voor
"Schakelen
voor
"Het
voor details.
De LASER-aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor professionele
gebruikers een hulpmiddel tijdens
presentaties. Als u erop drukt, zendt de
aanwijzer rood licht uit en licht het
lampje rood op.
De laserstraal is zichtbaar. Houd LASER
ingedrukt voor een continu lasersignaal.
Kijk niet rechtstreeks naar het
venster van de laserstraal en richt de laserstraal niet
op anderen of op uzelf. Zee de waarschuwingen op
de achterzijde van de afstandsbediening voordat u
hem gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen
bedachtzaam om te gaan met de gevaren van laserenergie
en de afstandsbediening buiten het bereik van kinderen te
houden.
Bereik van de afstandsbediening
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening
bevinden zich op de voor- en achterkant van de
projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek
van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-
sensoren van de afstandsbediening op de projector.
De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren
mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de
afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector
blokkeert.
•
De projector bedienen via de voorkant
•
De projector bedienen via de achterkant
Inleiding
11